Het manoeuvre van koersdirecteur Leo van Vliet in de Amstel Gold Race blijft nazinderen. In volle finale reed zijn koersauto bij momenten wel heel erg dicht voor Tadej Pogacar uit. Maar hoe groot was het voordeel voor de Sloveen? Professor aerodynamica Bert Blocken geeft het antwoord.
Volgens Bert Blocken, professor aerodynamica aan de KU Leuven, is de finale van de Amstel Gold Race niet helemaal eerlijk verlopen.
Net toen achtervolger Ben Healy dichterbij kwam, nestelde de auto van de koersdirectie zich voor de neus van Tadej Pogacar en fungeerde zo als ideale gangmaker.
Koersvervalsing, oordeelt Blocken scherp. "Het was een grove inbreuk op de wedstrijd en het faire verloop daarvan."
Door kort voor de renner te rijden, zorg je als koersauto namelijk voor een aanzuigeffect. En dat kan een aanzienlijk voordeel opleveren.
"Wanneer een auto 10 meter voor de renner hangt, daalt de luchtweerstand met 21 procent. Dat betekent dat je per kilometer iets meer dan 10 seconden winst boekt."
Professor Blocken heeft de beelden binnenstebuiten gekeerd en schat dat de auto 1.5 tot 2 kilometer te dicht voor Pogacar reed.
Zo flagrant als in de Amstel heb ik het nog nooit gezien. Daar mag je het label schandalig op kleven.
"Dat heeft hem minstens 10 seconden tijdswinst opgeleverd. In de meest voorzichtige schattingen, want Pogacar was niet altijd in beeld. Het werkelijke voordeel ligt waarschijnlijk tussen 10 à 20 seconden."
Of Pogacar zonder hulp van de auto niet gewonnen zou hebben, valt moeilijk te zeggen.
Maar één ding is zeker: de organisator heeft zijn Amstel Gold Race geen dienst bewezen.
"Er gebeuren wel vaker dergelijke incidenten met motoren. Maar zo flagrant als in de Amstel heb ik het nog nooit gezien. Daar mag je gerust het label schandalig op kleven", besluit Blocken.