De 3 ministers van Sport en het Belgisch Olympisch en Interfederaal Comité (BOIC) hebben in overleg met de atleten en federaties beslist om de laatste voorbereidingen van onze olympische atleten op Parijs 2024 in eigen land af te werken. Vanaf 1 juli 2024 kan Team Belgium terecht in het Team Belgium Base Camp, dat zich uitstrekt over 9 locaties. Minister Weyts trekt ook 1 miljoen extra per jaar uit voor Vlaamse topsporters.
"Op die manier maken de atleten en hun entourage optimaal gebruik van de nabijheid van de Spelen én van de uitstekende topsportinfrastructuur in ons land", klinkt het.
Het initiatief werd vanochtend voorgesteld op de jaarlijkse BOIC-stage in Belek, in Turkije, door BOIC-preses Jean-Michel Saive, Vlaams minister Ben Weyts en minister van de Franse Gemeenschap Valérie Glatigny.
De verschillende betrokkenen selecteerden 9 locaties, waarbij atleten van dezelfde discipline zo veel mogelijk samen zullen trainen op 1 locatie. Daarbij gaat het voor veel atleten om hun vertrouwde trainingslocatie.
"Het resultaat is een Base Camp-concept met 3 belangrijke clusters: Antwerpen, Gent en Louvain-la-Neuve. Daarnaast zijn er een aantal bijkomende uitvalsbasissen voorzien voor een beperkt aantal sporten."
Heel wat sporters kunnen in de provincie Antwerpen terecht: de boksers in Brasschaat, de boogschutters in Herentals, de golfers in Schilde, de kajakkers en roeiers in Hazewinkel, de skateboarders in het Sport Vlaanderen-domein in Hofstade, de zwemmers in het olympisch zwemcentrum Wezenberg en de hockeyers en 3x3 basketballers in Wilrijk.
Het hockey heeft met de installaties van Gantoise ook een basis in Gent, dat ook de zeilers, turners en breakers ontvangt. Het hockey zal kiezen afhankelijk van de ondergrond in Parijs.
Voor het basketbal is er de Lange Munte in Kortrijk, voor het baanwielrennen en het BMX is er voor mei volgend jaar een nieuwe site voorzien in Zolder.
De Spelen van Parijs zijn in onze achtertuin. Met het Team Belgium Base Camp kunnen we optimaal gebruikmaken van die nabijheid.
In Brussel, waar het BOIC zijn zetel heeft, kan het judo terecht in het Adeps-sportcentrum van Vorst en het taekwondo in de installaties van de Vrije Universiteit (ULB).
Louvain-la-Neuve ontvangt de atletiek in Blocry en het tennis in de Justine Henin Academy.
In Charleroi/Loverval zijn respectievelijk de basketballers in de Dôme en de sportklimmers actief. Gevoetbald wordt er in Tubeke, Genappe is een centrum voor de schutters.
Spa krijgt in La Fraineuse badmintonners over de vloer en op het circuit van Francorchamps wielrenners en mountainbikers.
"De Spelen van Parijs zijn in onze achtertuin", benadrukt BOIC-voorzitter Jean-Michel Saive. "Deze ambitieuze aanpak beantwoordt aan de verwachtingen en noden van onze atleten. Ik wil de gemeenschappen bedanken voor de samenwerking, de investeringen en de beschikbaarheid van hun infrastructuur."
"De investeringen in de infrastructuur zijn ook belangrijk voor na de Spelen."
(lees voort onder video)
Weyts: "1 miljoen extra per jaar voor Vlaamse topsport"
Minister Weyts gaat immers ook 1 miljoen extra per jaar investeren in topsporters. Vlaanderen investeert deze regeerperiode per jaar bijna 27 miljoen euro in topsporters, nooit eerder was dat zo veel.
Maar dat wordt dus vanaf 2023 28 miljoen euro. "De extra middelen gaan onder meer naar extra stages en omkadering, hogere lonen om de beste coaches te betalen en de invoering van halftijdse contracten voor individuele sporters en studenten", stelt Weyts. Dat laatste is een nieuwe manier om beloftevolle atleten te steunen.
Topsporters die niet langer in aanmerking komen voor een voltijds topsportcontract, om welke reden dan ook, kunnen desgevallend nog terugvallen op een halftime.
In ruil voor al die steun vraagt de minister een maatschappelijke return van de sporters, ze moeten een 4-tal keer per jaar sportclubs of lokale sportevenementen bezoeken. "Topsporters nemen heel Vlaanderen op sleeptouw, hun prestaties spreken tot de verbeelding en stimuleren jong en oud om ook zelf in beweging te komen."
Weyts wist nog te melden dat niet alleen de Belgische atleten zich in de Vlaamse infrastructuur zouden klaarstomen, maar dat er ook interesse is van buitenlandse delegaties.