Staat de nieuwe Cant klaar in de coulissen? "We maken een inhaalbeweging en het kan sneller gaan dan je denkt"

Ze was naar eigen zeggen de tel kwijtgeraakt, maar 5 keer beet Ellen Van Loy haar tanden stuk op Sanne Cant. Tussen Mol 2013 tot Koksijde 2018 moest ze 5 keer vrede nemen met zilver.

"Het is telkens dezelfde cross geweest: Sanne schoot als snelste uit de startblokken en we zagen haar nooit meer terug", vertelt Van Loy, intussen bijna 2 jaar gestopt.

"Ik herinner me nog het best het BK in Erpe-Mere in 2015. Ik had een achterstand van 20 seconden en ik had haar vaak in het vizier, maar ik kreeg het gat niet dicht. Als een echte pitbull stond Sanne dat niet toe."

"Ik holde vaak achter de feiten aan en dat zegt veel over haar kwaliteiten. Ze kon gewoon heel goed pieken naar een kampioenschap en beschikte dan altijd over haar beste benen. Meerdere generaties hebben zich in blok tegen haar proberen te verzetten, maar dat is nooit gelukt."

Ex-crosser Geert Wellens knikt. "Een meisje van 12 jaar kent Sanne Cant, een 30-jarige vrouw weet ook wie Sanne is. Vraag aan een 12-jarige jongen wie Sven Nys of Bart Wellens is en ze zullen antwoorden dat ze Thibau Nys kennen."

"Sanne heeft dus qua bekendheid meer generaties overleefd dan de mannelijke toppers. Ook nu is ze nog altijd een voorbeeld voor de jeugd."

"Ik denk dat ze na haar carrière ook bondscoach bij de vrouwen zou moeten worden. Dat zou een meerwaarde betekenen."

Van Loy praat met "veel respect" over haar voormalige concurrente. Haar impact op het veldrijden, zeker in België, is gigantisch geweest.

"Prijzengeld, ondersteuning voor jonge rensters, de programmering van de vrouwencross: Sanne heeft daar mee voor gepleit."

Daar moet de jeugd nu en de komende jaren de vruchten van kunnen plukken, maar de lijst met potentiële opvolgers oogt wat magertjes. Zaterdag staan er ook maar 10 Belgische profs aan de start.

"5 jaar geleden had je er misschien maar 3", nuanceert Van Loy. "We zijn bezig aan een inhaalbeweging. Er zijn goeie rensters op komst, maar we hangen ook af van ploegen en hun wil om te investeren."

Wellens gelooft in het talent van Fleur Moors en Lore De Schepper. "Maar zij kiezen voor de weg, al kan je beide disciplines in het huidige wielrennen goed combineren."

"In de eerste 2 à 3 jaren zal er geen echte vervanger voor Sanne opstaan, maar het kan sneller gaan dan je denkt. Bij de jeugd zie ik enkele talentvolle meisjes."

Zelf zet Van Loy haar schouders onder de jeugdwerking van De Ceuster Bouwpunt Cycling Team, de ploeg van onder meer Laura Verdonschot. "Het is niet makkelijk om over die meisjes nu al te zeggen dat een van hen later de nieuwe Sanne Cant zal worden."

"Het is ook niet evident voor hen: meisjes van 16 jaar rijden in het Belgische circuit al bij de dames elite en strijden daar tegen hun idolen. Ze worden er voor de leeuwen gegooid en komen zichzelf daar vaak tegen."

"Aparte jeugdwedstrijden kunnen een oplossing zijn, maar we hoeven ons geen zorgen te maken over de opvolging van Sanne. Ik ben zelf ook aangenomen door mijn ploeg om die meisjes te vinden."

"Ik zou evenwel hopen dat er niet nog eens een renster 15 keer na elkaar het BK wint, want het is beter als telkens andere meisjes opstaan."

Wellens, die zich deze winter over Zoë Backstedt ontfermt, wijst in eerste instantie naar de genaturaliseerde Française Marion Norbert Riberolle als logische opvolgster en favoriete voor het BK.

"Al zag ik haar een paar keer falen tijdens de Franse jeugdkampioenschappen. Misschien kan ze de druk niet aan?", vraagt hij zich af.

"Marion staat met stip op 1", schat ook Van Loy in. "Ze heeft de jongste weken veel indruk gemaakt, maar ook Marthe Truyen en Julie Brouwers zijn goed op dreef."

"En ik denk in mijn ploeg ook aan Alicia Franck en Laura Verdonschot, van wie ik hoop dat ze voor haar operatie nog één keer goed kan knallen."