In 75 jaar vol heldhaftige wielerverhalen is vandaag een heel bijzonder hoofdstuk geschreven. Tadej Pogacar legde op ruim 100 kilometer van de streep het WK in Zürich al in een beslissende plooi. Een prestatie waarvoor José De Cauwer enkel "chapeau" kan zeggen. Al roept die - en de Belgische aanpak - ook vragen op bij onze commentator.
Meer dan 100 kilometer kreeg José De Cauwer de tijd om na te denken hoe hij het (zoveelste) nummer van Tadej Pogacar zou beschrijven. Wat ging er door onze commentator zijn hoofd heen?
"Ik dacht hetzelfde als in de Strade Bianche, ook al was dit nog een pak verder", lacht De Cauwer. Al stelt hij zich wel vragen bij de verklaring van de Sloveen achteraf.
"Pogacar zegt dat het een aanval was op instinct, maar hij laat wel een van zijn beste knechten vol rijden. Er zat misschien toch een plan achter, met ook Tratnik in een dienende rol. Al zou het wel een heel vergezocht plan zijn. Wie weet ..."
Gepland of niet: straf is deze zege zeker. "Ik plaats dit nummer helemaal bovenaan in Pogacar zijn carrière."
De Belgen dachten: "Och, we hebben nog tijd."
Toch roept de dominantie in Zürich vragen op bij De Cauwer.
"Was dit een mooi kampioenschap? Voor mij niet. Wel eerder een verwarrend kampioenschap met de vragen die rijzen: kan dit wel voor de wielrennerij? Is dit er niet los over? Maar het zal eeuwig bijblijven, de manier waarop hij dit WK wint."
"Niemand discussieert over de grandeur van deze zege. Alle renners zeggen chapeau. Als pure wielerliefhebber moet je hiervan kunnen genieten."
De Belgen in koers zullen dat wat minder gedaan hebben. "Zij waren toch een beetje verrast toen Pogacar aanging. De Belgen dachten: "Och, we hebben nog tijd.""
"Als ze al een fout maakten, is het dat de Belgen te snel en te gretig het gaatje wilden dichtrijden van bij het begin. De renners zijn te snel opgesoupeerd. En er is te weinig gesproken bij de achtervolgende landen onderling", eindigt onze commentator zijn analyse.