Een historisch hoge beloning wacht. Naast eeuwige roem ligt er ook een recordpremie klaar voor de Belgische paralympiërs in Parijs. Voor het eerst zullen medaillewinnaars dezelfde financiële beloning ontvangen als hun olympische collega's. Al zijn er toch ook nog enkele belangrijke verschillen.
Amper enkele maanden na de Spelen in Tokio mocht de Belgische paralympische gemeenschap nóg eens vieren.
Onder impuls van de politiek kwam er 3 jaar geleden een historisch akkoord over het gelijktrekken van de prestatiepremies voor olympische en paralympische atleten. Voor die laatste groep betekende dat een aanzienlijke stijging.
Van 15.000 naar 50.000 euro voor goud. Van 10.000 naar 30.000 euro voor zilver. En van 7.500 naar 20.000 euro voor brons.
Dat kan al tellen, toch?
prestatie | premie in tokio | premie in parijs |
---|---|---|
gouden medaille | 15.000 euro | 50.000 euro |
zilveren medaille | 10.000 euro | 30.000 euro |
bronzen medaille | 7.500 euro | 20.000 euro |
Belangrijk signaal
Een blik op andere landen leert dat de nivellering van de premies bijzonder divers verloopt.
Gastland Frankrijk trok al in 2008 de beloningen gelijk. Dit jaar volgden - samen met België - onder meer Spanje en Canada dat voorbeeld, maar in pakweg Nederland is er nog steeds een verschil van zo'n 10.000 euro voor een gouden medaille.
Dat de kloof voor ons land 3 jaar geleden in Tokio nog zó groot was, kwam er overigens door onvoorziene omstandigheden. Door de coronacrisis moest de toenmalige sponsor Fonds Baillet Latour - verbonden aan brouwerij AB Inbev - zijn budget terugschroeven.
Nu neemt de Nationale Loterij alle premies voor zijn rekening.
"We dachten daar al een tijdje over na", vertelt woordvoerder Jeremie Demeyer. "Voor ons is het gelijktrekken van die beloning de normaalste zaak ter wereld. Wij maken geen verschil tussen een olympische of een paralympische atleet. Ze bezorgen ons land dezelfde warmte."
We moeten daar niet over zeveren: dit is heel veel geld voor ons.
Rolstoelatleet Peter Genyn, straks een van onze voornaamste medaillekandidaten, juicht de beslissing alvast toe.
"Het is jammer dat ik net nu geen topfavoriet ben", grapt hij. "Nee, dit is echt een heel fijne vaststelling waar we enorm dankbaar voor zijn. We moeten daar niet over zeveren: dit is heel veel geld voor ons."
"Motiveert het extra? Nee, geen enkele atleet staat aan de start voor het geld", gaat Genyn voort. "Hoewel we nooit prijzengeld krijgen, blijft dat een bijkomstigheid. Mijn gouden medaille zou ik voor geen geld ter wereld verkopen. De eer die je krijgt, is zoveel groter dan eender welk bedrag."
"Weet je, ik was al blij dat we prijzengeld kregen in Londen. In Rio kregen we 1/5e van de valide atleten en dan hadden we al een gevoel van "wauw". Maar het feit dat ze het nu gelijktrekken, toont wel dat de Paralympische Spelen als gelijkwaardig gezien worden. En vooral dát signaal is belangrijk."
Geen cumul en troostprijzen
Belangrijke kanttekening: hoewel de premies gelijkgetrokken zijn, verschillen er wel nog enkele specifieke voorwaarden.
Zo kunnen paralympische atleten geen sommen cumuleren. Wie straks in Parijs meerdere medailles verovert, zal maar één keer de geldprijs verbonden aan het hoogst behaalde eremetaal ontvangen.
Ter vergelijking: Remco Evenepoel incasseerde enkele weken geleden wél twee keer 50.000 euro voor zijn dubbel goud.
Daarnaast zijn er ook geen premies voor top 8-plaatsen op de Paralympische Spelen.
"Dat is voornamelijk omwille van de eigenheid van classificatie in de Paralympische sport", verduidelijkte delegatieleider Olek Kazimirowski eerder.
"Atleten worden onderverdeeld in sportklassen om een evenwichtige en eerlijke competitie te garanderen, waardoor het aantal deelnemers per klasse dan ook meestal lager is dan in de reguliere sport."
Bovendien zou het totale prijskaartje dan ook gewoon te hoog oplopen.
Kazimirowski: "Indien beide systemen, van BPC en BOIC, volledig gelijkgetrokken zouden worden, zou de waarde van de Paralympische premies de totale kost van de Paralympische Spelen dan ook vrijwel evenaren."
Simpelweg niet te betalen dus. Maar laat ons vooral hopen dat de Belgische paralympiërs straks in Parijs onbetaalbare ervaringen beleven.