Zaterdag is het opnieuw de beurt aan Remco Evenepoel en Wout van Aert om een gooi te doen naar nieuw eremetaal in de olympische wegrit. Onze landgenoten zullen daarvoor natuurlijk moeten afrekenen met de onvermijdelijke wereldkampioen Mathieu van der Poel. De Nederlander heeft een "goede voorbereiding" achter de rug en kijkt uit naar zijn olympisch debuut op de weg: "Het zal een beetje een vreemde wedstrijd worden."
"Ik denk wel dat ik tot de topfavorieten behoor."
Wereldkampioen Mathieu van der Poel verstopt zich zelden tot nooit. Ver weg van de hectiek van het olympisch dorp bereidt hij zich met de Nederlandse wielerselectie voor op zijn eerste olympische wegrit.
Een wedstrijd die veel weg heeft van een Vlaamse klassieker, met een peloton van slechts 90 renners aan de start.
"Het zal een beetje vreemd worden, ik heb er alvast nog geen ervaring mee. Mijn vorige Spelen waren op de mountainbike en waren niet zo'n positieve herinnering', grapt Van der Poel over zijn valpartij in de openingsronde in Tokio.
Het is niet zoals in het voorjaar dat je met je eigen ploeg kan controleren.
Een ongewone wedstrijd waarin de Nederlander kan rekenen op Daan Hoole en Dylan van Baarle om de boel te controleren. Eén pionnetje minder dan de Belgen dus, maar de wereldkampioen kijkt niet enkel in de richting van Van Aert en co.
"De Belgen hebben een heel sterke selectie, maar om de wedstrijd te controleren denk ik niet alleen aan hen. Ook Denemarken en Groot-Brittannië hebben sterke renners aan de start staan. De vraag is of ze ook willen controleren."
Niet toevallig landen die met het maximaal aantal van 4 renners aan de start verschijnen. De wereldkampioen is op zijn hoede.
"Omdat er geen grote ploegen zijn, kan het snel gebeuren. Het is niet zoals in het voorjaar dat je met je eigen ploeg kan controleren. Ik denk dat het een kwestie is van attent zijn, al vroeger dan de plaatselijke ronden."
Het is niet dat als je hetzelfde doet, je ook zaterdag over dezelfde superbenen beschikt.
De Nederlandse focus lijkt niet enkel te liggen op Montmartre, de pittige scherprechter in het parcours.
"Ik heb er zelf nog niet op gefietst. Meestal is het zo dat als iedereen gefocust is op één punt, het net gebeurt op een ander punt", spreekt Van der Poel met al zijn ervaring.
Topvorm?
Maar de vraag is ook hoe de wereldkampioen zich voelt na een Ronde van Frankrijk waarin hij individueel niet kon schitteren.
"Na de Tour ben ik vooral bezig gebleven. Ik heb een aantal lastige trainingen gedaan en heb alles kunnen doen wat ik wou doen."
In diezelfde Tour gaf Van der Poel aan beter te zijn dan in de editie van vorig jaar, toen hij een aantal weken later de regenboogtrui veroverde in Glasgow.
"Het is moeilijk te zeggen of ik nu nog steeds beter ben. Op het WK was ik op de dag van de wedstrijd super. Het is niet dat als je hetzelfde doet, je ook zaterdag over dezelfde superbenen beschikt", realiseert Van der Poel zich.
Superbenen waar Remco Evenepoel en Wout van Aert alvast voor zaterdag ook op hopen.