Voor de tweede dag op rij heeft Remco Evenepoel tijd verloren in het Critérium du Dauphiné. Deze keer was het een tik van meer dan anderhalve minuut. Toch reageerde de Belgische kampioen niet erg ontgoocheld en wil hij rust prediken. "Er is nog werk, maar er is geen reden tot paniek."
Het zal niet het Critérium du Dauphiné van Remco Evenepoel worden. Maar dat is ook niet wat hij zelf had verwacht. Dat maakte hij nog eens duidelijk in zijn eerste reactie na rit 7.
"Ik zeg het al de hele week: er is nog werk. Het kan me niet schelen dat mensen zich er vragen bij stellen. Ik ben met mezelf bezig en bekijk het dag per dag. Ik heb tenslotte al een tijdrit gewonnen"
De vorm van Evenepoel is nog niet top. "Klimmen als deze liegen niet. Er is zeker nog werk op alle vlakken, maar er is geen reden tot paniek."
"Ik zal geduldig verder werken. Wat er allemaal gezegd en geschreven wordt, komt niet in mijn hoofd. De ploeg weet perfect waar we aan toe zijn."
Het heeft geen zin om op een kwartier te finishen.
De rit van zaterdag verliep wel niet als gewenst voor Evenepoel. "Ik moest blindelings koersen, want mijn fietscomputer had de hele dag een zwart scherm."
"Ik heb niet laten lopen, want ik wil mezelf testen en er beter uit komen. Dan heeft het geen zin om op een kwartier binnen te komen."
En dat het wat minder vlot ging, voelde Evenepoel al vrij vroeg. "Op de voorlaatste klim had ik het behoorlijk lastig. Ik was al stevig aan het afzien, maar ik heb zo lang mogelijk doorgebeten."
Ik heb drie weken stilgelegen, dan is het logisch dat ik bijkom.
Door wielerkijkers en -kenners wordt ook de vraag gesteld of de Belgische kampioen al scherp genoeg staat. Evenepoel geeft toe dat er werk aan is.
"Ik sta duidelijk nog niet op Tourgewicht. Dat is ook logisch, want ik heb drie weken stilgelegen. Ik weet van mezelf dat ik zonder iets te doen makkelijk twee kilo kan bijkomen."
"Die kilo's moeten er terug af. Tegen het belangrijkste moment van de Tour zal dat het geval zijn. We hebben nu nog één dag te gaan en daarna is het tijd om verder te werken", verduidelijkt Evenepoel.