Zelf verrast worden door een positieve dopingtest, het is de nachtmerrie van elke topsporter. In De Wereld van Sofie op Radio 1 getuigen topsporters over de stress die dopingcontroles met zich meebrengen. "Als ik op een beklimming een wietgeur ruik, begin ik me de vraag te stellen of ik erna positief kan testen", deelt Thomas De Gendt.
Het verhaal van de Franse schermster Ysaora Thibus is de grootste nachtmerrie van elke sporter.
In januari werd Thibus tijdens een dopingcontrole betrapt op het verboden middel ostarine.
Niet haar schuld, beweert ze, maar de schuld van haar partner die een product gebruikte met ostarine. Via seksueel contact zou de stof dan in haar lichaam zijn terechtgekomen.
Een voorval dat de angst voor een niet-intentionele inname van een verboden product doet toenemen bij profatleten.
Gerelateerd:
Gerelateerd:
Eeuwige angst
De toevallige inname van verboden producten schrikt ook Belgische topsporters af. Omdat zij op regelmatige basis gecontroleerd worden.
"Ik ben onlangs naar een optreden van Charlotte De Witte geweest. Ik rook een wietgeur", vertelt bokster Oshin Derieuw over hoe ze ermee omgaat in het dagelijkse leven.
"In mijn hoofd wou ik dan zo ver mogelijk van die personen staan, omdat ik vreesde dat die wiet in mij zou komen. Je wordt je daar heel bewust van."
Een verhaal waar ook gewichthefster Nina Sterckx en wielrenner Thomas De Gendt zich in herkennen. "Je moet maar de pech hebben dat je een uur later getest wordt", zegt Sterckx.
"Er zijn heel veel wedstrijden, vooral in Spanje, waar je op de beklimmingen een wietgeur ruikt", pikt De Gendt in. "Als je daardoor rijdt, krijg je de rook binnen. We hebben aan onze dokter al gevraagd: "Wat als we daarna positief testen?" Maar hij stelde ons gerust dat we door dat beetje rook niet positief zouden testen."
Als mijn vrouw dan zo’n zalf gebruikt waar iets inzit wat ik zeker niet in mijn lichaam mag hebben, dan ga ik die zalf zeker niet smeren op haar.
Niet alleen een rookpluim, ook vervuilde voeding(ssupplementen) kunnen een onverwachte boosdoener zijn. Mét extreme gevolgen.
"Volgens de dopingregels ben je verantwoordelijk voor alle stoffen die in je lichaam zitten", vertelt De Gendt. "Dat gaat om de kleinste hoeveelheid."
"Als je bijvoorbeeld in China gaat koersen, moet je op je hoede zijn. Daar zijn de richtlijnen over clenbuterol in het vlees niet zo strikt als bij ons. Als je daar een biefstuk zou eten, is de kans groot dat je een clenbuterolvervuiling in je lichaam hebt."
Dat kan leiden tot een positieve dopingplas en een schorsing. Iets waar je als sporter dus dagelijks over nadenkt, zelfs bij de onschuldigste zaken.
"Als mijn vrouw dan zo’n zalf gebruikt waar iets inzit wat ik zeker niet in mijn lichaam mag hebben, dan ga ik die zalf zeker niet smeren op haar. Ik vermijd dan ook de ingesmeerde plaats zodat ik er niet per ongeluk tegenaan wrijf."
En dat allemaal om een Thibus-scenario te vermijden.