Wouter Vrancken en Ronny Deila zagen in de topper tussen Club Brugge en Genk elk één helft beide kanten van de medaille. Ze hadden nadien dan ook evenveel om over te mopperen als om blij te zijn.
Racing Genk speelde in de eerste helft tegen Club Brugge wellicht zijn beste voetbal van het seizoen. "Daar ben ik heel tevreden over", zegt Wouter Vrancken.
"Ik heb heel veel goeie combinaties gezien, veel mooi voetbal en een mooie goal. Het hadden alleen meer goals moeten zijn."
"In de 2e helft was er meer strijd. Club Brugge veranderde van systeem, terwijl wij te veel hoopten hetzelfde spel te kunnen spelen als voor de rust. We hadden daar een tandje bij kunnen zetten, ook de invallers hadden daar meer kunnen tonen."
Cruciaal was volgens Vrancken de enkelblessure voor Bryan Heynen. "Die zat goed in de match. Volgens mij heeft dat ook een verschil gemaakt."
Deila: "Leren om beter aan een match te beginnen"
Het verhaal van Ronny Deila was het spiegelbeeld van dat van zijn collega.
"Zij waren beter in de 1e helft", geeft hij toe. "Wij waren te laat bij alles, speelden te voorzichtig en als we de bal hadden, waren we die te snel kwijt."
"In de 2e helft is dat dan compleet gekanteld en kregen we het omgekeerde spelbeeld. Het is goed dat we een achterstand opnieuw konden ophalen, maar we moeten ook leren om beter aan de match te beginnen."