Van Aert wil op EK goede afspraken met medekopman De Lie: "Hele peloton vreest Arnaud zijn sprint"
Na brons in de tijdrit wil Wout van Aert zondag in de EK-wegrit opnieuw eremetaal veroveren, en dit keer liefst goud. De Belgische leider deelt het kopmanschap wel met Arnaud De Lie (21), en dat vereist duidelijke afspraken benadrukte Van Aert vrijdagavond. "We moeten in de finale eerlijk zijn tegenover elkaar."
"Het wordt belangrijk om met elkaar te spreken", luidde de teneur vrijdagavond bij Wout van Aert op het persmoment in aanloop naar de EK-wegrit in het Nederlandse Drenthe.
Van Aert deelt zondag het kopmanschap met Lotto-Dstny-raspaardje Arnaud De Lie (21). En net als Van Aert is de Stier van Lescheret razendsnel aan de meet. "Arnaud heeft een supergoeie sprint, maar ook ik heb een goed eindschot."
De Lie vertelde dat "hij en Van Aert in de slotronde eerlijk moeten zijn tegenover elkaar", Van Aert beaamde dat: "Dan is het belangrijk om keuzes te maken naargelang de wedstrijdomstandigheden."
Wie van de twee Belgen is de snelste in een sprint? "Ik heb nog maar eenmaal tegen Arnaud gesprint, en toen heb ik gewonnen (vorig jaar in Plouay, red.)", grijnsde Van Aert.
"Maar als ik hem in Québec zag sprinten, dan denk ik dat het hele peloton vreest dat hij sneller sprint dan hen. Arnaud heeft meer de bouw om een pure machtsprinter te zijn dan ik. Ik ben niet te beroerd om toe te geven dat hij dat beter kan."
Elke klim op zich stelt voor een profpeloton weinig voor, maar de smalle weg en het draaien en keren op die klim maken het toch zwaar.
Van Aert verkende vrijdagmiddag voor het eerst het EK-parcours op de VAM-berg. "Die klim is eigenlijk nog korter dan ik dacht", sprak hij vrijdag.
"Elke klim op zich stelt voor een profpeloton weinig voor, maar de smalle weg en het draaien en keren op die klim maken het toch zwaar. En daardoor gaat hij toch verschillen kunnen maken."
"De finish ligt niet op de kasseien (na de eerste helling, red.), maar meteen daarna op de volgende klim. Zo krijg je een speciale finale, waarin je twee sprints op korte tijd moet rijden. Je kan niet wachten tot die laatste klim, want dan zit je veel te ver."
