Brigitte Becue over nieuwe rol als coach bij Vlaamse Zwemfederatie: "Er is nood aan visie op lange termijn"
Op amper een jaar van de Olympische Spelen in Parijs heeft Brigitte Becue de sportieve touwtjes in handen gekregen bij de Vlaamse Zwemfederatie. Als elitecoach ligt er voor haar veel werk op de plank. "Het is een grote uitdaging. De Spelen komen er al snel aan, maar ik wil ook de jeugd niet uit het oog verliezen."
De voorbije 3 jaar was Becue (50), die zwom op 4 olympische toernooien, hoofdcoach bij Leuven Aquatics. Nu zet ze dus een stap hogerop als coach bij de Vlaamse Zwemfederatie (VZF).
"Een grote uitdaging", beseft de Europese schoolslagkampioene van 1993 en 1995. "Normaal begin je als coach na de Spelen voor een periode van 4 jaar. Om zo te werken richting de komende olympiade."
"Nu zitten we al op minder dan een jaar voor de Olympische Spelen en over 3 maanden is er al een eerste belangrijke selectiewedstrijd. We gaan ons best doen."
Ik blijf fan van hard trainen, maar je moet ook efficiënt trainen. We kunnen hier bijvoorbeeld elke dag onderwateranalyses doen, maar dat werd zelden gebruikt.
En de uitdaging is ook groot omdat het niet zo goed gaat met het zwemmen in ons land. Op het WK presteerden de Belgen ondermaats. "Ik was er niet bij dus het is moeilijk voor mij om daar uitspraken over te doen."
"Maar wat ik hier merk en ook hoor, is dat iedereen moe of zelfs oververmoeid was op het WK. Ik houd van hard en veel trainen, maar te veel is nooit goed. Ik denk dat daar de oorzaak lag."
Hoe wil Becue het dan wel aanpakken? "Ik blijf fan van hard trainen, maar je moet ook efficiënt trainen. We kunnen hier bijvoorbeeld elke dag onderwateranalyses doen, maar dat werd zelden gebruikt. Je moet ook verstandig zijn en niet iedereen hetzelfde programma geven bijvoorbeeld."
"Ik wil weer zwemmers die kunnen mikken op medailles op grote kampioenschappen"
Elitecoach bij de VZF is de voorbije jaren ook een risicoberoep gebleken, met veel wissels. "Ik ben de vierde coach op vier jaar tijd. Ik denk persoonlijk dat het niet verstandig is om zo te blijven werken. Er is nood aan wat stabiliteit en visie op lange termijn. Zo wil ik ook werken. Tenzij ik het helemaal om zeep help, maar dat is niet de bedoeling", lacht ze.
"Want er zijn natuurlijk nu de Spelen, maar ik wil ook kijken naar de jeugd. Naar de zwemmers voor de Spelen in 2028 en 2032."
Toch even de korte termijn dan. Er zijn tot nu toe drie zwemmers geplaatst voor de Spelen (Roos Vanotterdijk, Lucas Henveaux en Valentine Dumont, red.). Kan daar nog iets bij?
"Ja. De aflossingsploegen bijvoorbeeld, zeker bij de dames. En er zijn ook nog individuele kanshebbers, maar daar plak ik liever geen namen op. Er is zo al genoeg druk op die zwemmers."
Er is nood aan wat stabiliteit en visie op lange termijn. Zo wil ik ook werken. Tenzij ik het helemaal om zeep help, maar dat is niet de bedoeling.
Het enige probleem: veel tijd om zich te kwalificeren is er niet meer. "Op het WK in Doha in februari kunnen de estafetteploegen zich nog plaatsen. Dat is de enige kans. En alle individuele zwemmers aan Vlaamse zijde moeten zich zelfs nog plaatsen voor dat WK. Dat kan dan weer begin december. Het is dus heel kort dag."
"De zwemmers weten dat zelf ook. En de honger is groot, ze willen werken. Het is een olympisch jaar en het zou voor iedereen een eerste keer op de Spelen zijn."
"Ik wil nu zwemmers op de Spelen krijgen, maar daarna ook zwemmers die kunnen deelnemen aan finales en hopelijk mogen mikken op medailles op grote kampioenschappen. Ik weet niet of ik daar de ideale persoon voor ben, ik heb geen glazen bol. Maar ik heb wel veel ervaring als zwemmer en als coach. En het is zeker mijn bedoeling om het niveau weer op te krikken."
