Renners verdeeld over gevaarlijke toestanden op de cols: van "heb manieren" tot "onvermijdelijk"

"Het probleem ligt bij het publiek", zegt Yves Lampaert onomwonden. "De fans gaan gewoon niet genoeg uit de weg."

"Zelfs als wij met de gruppetto afkomen, moeten we voet aan de grond zetten omdat we niet kunnen passeren."

"Ik weet dat het tof is om de renners van dichtbij te kunnen zien, maar je moet toch ook wat plaatsmaken."

Lampaert maakte aan den lijve mee hoe brutaal de supporters soms kunnen zijn. "Ik wou van mijn bidon drinken en een toeschouwer probeerde die uit mijn handen te pakken. Dan denk je toch: heb eens wat manieren!"

Oliver Naesen heeft een iets gematigder kijk op de zaak. "De Tour is altijd een zottekot. Het is onvermijdelijk, denk ik."

"Ik kwam zelf als 10-jarige naar de Tour kijken. We stonden toen ook op de weg, niet beseffend wat dat was, zo'n peloton. Ik denk dat 90% van de mensen die komen kijken zo is."

"De mensen moeten beseffen: zodra je je voet op het asfalt zet, sta je op een racecircuit. Alleen: hoe je kun dat aan zoveel mensen tegelijkertijd duidelijk maken?"

Meteen na de etappe toonde Tadej Pogacar zich al opvallend mild voor de motards. Dat is hij een dag later ook nog altijd.

"Ja, er zijn misschien te veel motoren en er zijn ook veel fans. Maar dat is wielrennen. Wij gingen ook gewoon te snel voor de motoren", grapt de Sloveen zelfs nog.

"Het is leuk om zoveel fans langs de kant te zien, maar wees wel voorzichtig. Eigenlijk is het op een klim niet zo gevaarlijk, maar op het vlakke halen we snelheden van 60-70 kilometer per uur. Als we dan op supporters crashen, is het meestal heel erg."