Twee weken geleden wist Yanina Wickmayer in Tallinn (Est) voor het eerst sinds ze mama is geworden een toernooi te winnen in het enkelspel. Op haar 33e is Wickmayer nog altijd even gedreven, maar het moederschap heeft haar wel leren relativeren.
Na de geboorte van haar dochtertje Luana moest Yanina Wickmayer helemaal onderaan de tennisladder opnieuw beginnen. Inmiddels is ze al, mede dankzij de toernooizege in Tallinn, opgeklommen naar de 279e plaats op de wereldranglijst.
"Dit jaar is het doel om weer aan de grandslamtoernooien mee te kunnen doen, met dan vooral Roland Garros en Wimbledon. Verderop kijk ik al uit naar de Olympische Spelen van Parijs."
Wickmayer moet daarvoor eerst nog voldoende punten verzamelen op de kleinere toernooien. Terwijl ze ooit duizenden mensen in beroering bracht in de halve finales van de US Open. "Ik wist dat ik weer vanaf nul zou moeten beginnen, maar ik heb het ooit al eens gedaan, dus ik wist waar ik aan toe was."
"Ik voel dat mijn niveau aan het stijgen is. Ik voel me sterker op de baan, ook fysiek. Mijn vertrouwen neemt ook steeds meer toe."
Wickmayer beseft dat ze misschien wel beter zal moeten spelen dan voorheen om weer haar plekje in de top 100 of misschien zelfs top 50 in te nemen. "Het niveau is breder dan vroeger. Alle wedstrijden zijn zwaar, zelfs in de kleinere toernooien kom je goeie speelsters tegen."
Vroeger was er alleen maar tennis in mijn leven, nu kan ik meer relativeren.
Weg stress
Sportief is er weinig verschil tussen Wickmayer 1.0 en Wickmayer 2.0, maar als mens kijkt ze door het moederschap wel anders naar het leven en dus ook naar het tennis. "Vroeger dacht ik voortdurend aan tennis, stond mijn carrière altijd op 1."
"De komst van Luana heeft daarin verandering gebracht. Ik kan nu beter relativeren, het is niet alleen maar tennis. Ik ben meestal om 14 uur al klaar met mijn trainingen, daarna word ik weer mama."
Het circuit rondreizen met haar dochter is wel nog niet evident. "Dat is nu toch het lastigste: het afscheid nemen van Luana. Maar zodra je op het toernooi zit, gaat het snel voorbij. Ik vind het leuk dat ik beide kan combineren."
"Dit tweede hoofdstuk in mijn tenniscarrière is er geen meer van moeten, maar van willen. Dat werkt bevrijdend voor mij. Die gedrevenheid is er wel nog altijd, maar op een meer gezonde manier. Vroeger had ik meer stress: "Als het niet lukt, dan faal ik." Nu is die stress weg, want er valt niet meer te falen."