Spring naar de inhoud

De topsportschool, waar de toppers van morgen studeren en sporten op torenhoog niveau

De topsportschool, waar de toppers van morgen studeren en sporten op torenhoog niveau
 vr 9 december 2022 08:13

Nina Derwael, Lotte Kopecky, Thibaut Courtois, Matthias Casse, Elise Mertens. Stuk voor stuk wereldtoppers in hun sport. En ze hebben nog iets gemeen: ze studeerden allemaal aan één van de zeven Vlaamse topsportscholen. 

Een topsportschool brengt onderwijs en sport samen in één opleiding. Jongeren krijgen er de kans hun talent te ontwikkelen in combinatie met een volwaardige schoolse vorming. 

 

Een aantrekkelijk vooruitzicht zo blijkt, want Vlaanderen telt momenteel ruim 600 leerlingen met een topsportstatuut in het secundair onderwijs.

 

Maar wat houdt een topsportopleiding eigenlijk in? Hoe krijg je als talentvolle sporter het topsportstatuut? En hoe ziet een gemiddelde schoolweek eruit? Wij spraken met drie drijvende krachten achter de GO! Topsportschool in Gent.

Je sport of een diploma? Kiezen is niet nodig

Jo Van Hoecke is topsportcoördinator in de Gentse topsportschool en vat het opzet mooi samen: “Jonge talenten zo goed mogelijk voorbereiden op een topsportcarrière, zowel sportief als op het vlak van hun studies." 

 

"Onze leerlingen krijgen een aanbod op maat, zodat ze niet hoeven te kiezen tussen een diploma secundair onderwijs of een topsportcarrière. De combinatie is perfect mogelijk!"

 

"Hiervoor zetten we een intensieve samenwerking op tussen de leerling, de ouders, de leerkrachten en opvoeders van het internaat, de trainers en andere begeleiders, maar ook met de betrokken ministeries, Sport Vlaanderen, het BOIC, de sportfederaties en -clubs, enz. Mijn taak bestaat erin die samenwerking te stroomlijnen.”

Onze leerlingen hoeven niet te kiezen tussen een diploma of een topsportcarrière. De combinatie is perfect mogelijk.

Jo Van Hoecke, topsportcoördinator GO! Topsportschool Gent

In het schooljaar 2022-2023 telt Vlaanderen 7 topsportscholen. Bij de werking zijn 16 sportfederaties betrokken. 

 

Elke school biedt één of meer sporttakken aan. De meeste sporten worden maar op één plek aangeboden. Voetbal kan je in 5 topsportscholen beoefenen, voor bijvoorbeeld gymnastiek kan je enkel in Gent terecht.

 

  • Antwerpen: basketbal, snowboard, zwemmen, voetbal, judo, tennis
  • Brugge: basketbal, voetbal
  • Genk: voetbal
  • Gent: artistieke gymnastiek, acrogym, wielrennen (BMX, piste), voetbal, schermen
  • Hasselt: golf
  • Leuven: badminton, zaalvolleybal, beachvolleybal, voetbal, tafeltennis
  • Vilvoorde: zaalvolleybal
 
Dit jaar zijn er 639 topsportstatuten verdeeld in het secundair onderwijs. Daarnaast zijn er 84 topsportbeloften in het basisonderwijs. 

Een topsportstatuut als toegangsbewijs

“Iedereen is welkom, maar het initiatief moet van de leerling of uit zijn of haar gezin komen. Elk jong talent kan zich dus kandidaat stellen voor een topsportstatuut. Dat moet je eerst behalen om je te kunnen inschrijven. "

 

"Aan Topsportschool Gent werken wij samen met vier unisportfederaties: Gymfed, de Vlaamse Schermbond, Cycling Vlaanderen en Voetbal Vlaanderen. Het zijn deze federaties die elk jaar samen met Sport Vlaanderen de statuten verdelen." 

 

"Een topsportstatuut geldt maar voor de duur van één schooljaar, dus je moet het telkens weer proberen te hernieuwen. Dat gebeurt op basis van een aantal sportieve parameters."

 

"Bij de jurering kijken we of de kandidaat kan doorgroeien tot een atleet die de top 8 kan halen op mondiale toernooien (WK’s en Olympische Spelen) en het podium op continentale kampioenschappen (EK's)."

 

"De druk is op dat vlak dus al groot, maar daarnaast moet je natuurlijk ook je studieresultaat halen. Tot slot kijken we naar de ontwikkeling van een aantal persoonlijkheidskenmerken. Die worden jaarlijks geëvalueerd aan de hand van groeirapporten.”

Identieke eindtermen

In tegenstelling tot wat velen denken zijn de eindtermen identiek aan die in het reguliere secundair onderwijs. Met één verschil: een topsportleerling heeft daarvoor maar 20 lesuren ter beschikking. 

 

Jo Van Hoecke: “De resterende lesuren vullen we in met sportspecifieke training (10u) en lichamelijke opvoeding (2u). Trainers van de federatie gaan dan intensief aan de slag met onze toptalenten, zodat ze hun passie ten volle kunnen ontwikkelen."

We beseffen dat dit type onderwijs veel vraagt van onze leerlingen. Ze moeten flexibel zijn en goed plannen

Jo Van Hoecke

"Dit type onderwijs vraagt veel van onze leerlingen", beseft Van Hoecke. "Ze moeten flexibel zijn en goed plannen. Als ze weg zijn voor een buitenlandse stage of een toernooi, loopt hun studieplan gewoon door, deels via digitale pakketten die ze zelfstandig verwerken." 

 

"Anderzijds betekent dit vaak schuiven met lespakketten en versneld werken om achterstand in te halen. Gelukkig hebben we een ervaren lerarenkorps dat deze aanpak kent en bereid is flexibel te werken. Zo hoeft niemand leerstof te missen.”

Onmisbare competenties voor topsporters in spe

Zou je een topsportstatuut gekscherend kunnen beschouwen als een vrijbrief om lessen te missen om te sporten? "Ergens wel", lacht Jo Van Hoecke. "In andere scholen hangt dat af van de goodwill van de directeur. Maar dan wordt er soms leerstof geschrapt en loop je een achterstand op." 

 

"Dat kan je kansen op een diploma in het hoger onderwijs fnuiken. Voor ons is dat geen optie. Topsport biedt geen enkele garantie op een succesvolle loopbaan. En wie de top wel haalt kan er vaak zijn boterham niet mee verdienen."

 

Daarbij komt dat er een grote variatie bestaat tussen de sporten, zegt Van Hoecke: "In de gymnastiek moeten onze meisjes al op jonge leeftijd topprestaties leveren, dus meestal nog tijdens hun studies. Ook baanwielrenners presteren alsmaar jonger." 

 

"Voetballers moeten er meestal pas staan nà het afstuderen aan de topsportschool. Toch steken sommige spelers hun neus al op jonge leeftijd aan het venster van de A-ploeg."

 

"Hoe ga je daar als school mee om? Hoe teken je die trajecten uit op maat van je leerlingen? Daar heeft een topsportschool de ideale oplossingen én de juiste mensen voor.”

We moeten de kansen op een diploma in het hoger onderwijs gaaf houden. Topsport biedt immers geen enkele garantie op een succesvolle loopbaan .

Jo Van Hoecke

Deze aparte manier van school lopen heeft volgens Van Hoecke nog andere voordelen: "Onze jongeren leren zelfstandig werken en leven. Velen van hen zitten samen op internaat." 

 

"Ze ontwikkelen ook competenties die onmisbaar zijn voor topsporters: kunnen plannen en reflecteren, alleen reizen, talenkennis, omgaan met kritiek en de media, doorzettingsvermogen... "

 

"Wat uniek is, is dat we vaak sporttakoverschrijdend werken. Zo is er een projectweek topsport waarbij ze ervaringen delen, maar ook sessies kunnen volgen over het mentale aspect van sport, over olympische waarden, voeding… Zoiets kan enkel in een topsportschool.”

Tijd voor voetbal

Al hebben de Rode Duivels het strijdtoneel in Qatar vroegtijdig moeten verlaten, toch oogt de toekomst van het Belgische voetbal rooskleurig: meer dan 300 voetbaltalenten stomen zich in een Vlaamse topsportschool klaar voor het profvoetbal. 

 

Steven De Jaegher en Bart Van Renterghem zijn de voetbaltrainers die de Gentse talenten onder hun hoede nemen. Hoe bepalen zij wie een topsportstatuut krijgt?

 

Steven De Jaegher: “Wij kijken of een jonge speler het in zich heeft om de nationale ploeg te halen en dus profvoetballer kan worden. Het criterium om de top 8 te halen op een mondiaal toernooi geldt voor hen evenzeer.”

 

“We organiseren testwedstrijden met de kandidaten voor een topsportstatuut en proberen dan het potentieel van die talenten zo correct mogelijk in te schatten”, vult Bart Van Renterghem aan. “Dat is niet eenvoudig, want een groot talent op 14-jarige leeftijd is dat niet noodzakelijk als hij of zij 18 is.”

Het potentieel van die talenten correct inschatten is niet eenvoudig. Een groot talent op 14-jarige leeftijd is dat niet noodzakelijk als hij of zij 18 is.

Bart Van Renterghem, trainer Voetbal Vlaanderen aan de Topsportschool Gent

Steven De Jaegher knikt: “Neem de fysieke mogelijkheden. Die zijn bij 14-jarigen nog niet ten volle ontwikkeld. Hoe weet je hoe sterk of hoe snel iemand zal zijn als hij volgroeid is? Aan de topsportschool proberen we die zwakkere plekken wel op te trainen.”

 

“Voetballers moeten hun topsportstatuut trouwens ook jaarlijks hernieuwen”, legt Van Renterghem uit. “Enkel spelers die intussen tot de nationale selecties behoren mogen zo doorstromen. De anderen hertesten we in Tubeke voor een 15-tal scouts. Zij beoordelen of die spelers hun traject mogen verderzetten.”

Hier staat ingevoegde content uit een social media netwerk dat cookies wil schrijven of uitlezen (Instagram). U heeft hiervoor geen toestemming gegeven.

Trainen in de club en op school

Alle topsportleerlingen voetbal zijn aangesloten bij grote clubs in de streek. Voor Gent zijn AA Gent en SK Deinze vandaag de hoofdleveranciers. 

 

Elke leerling traint dus al meermaals per week in clubverband, met een wedstrijd erbovenop. Waarin zit dan de meerwaarde van die trainingen op school? Steven De Jaegher “Wij werken puur op het individu en gaan dus aan de slag met de persoonlijke ontwikkeling van de sporter, in tegenstelling tot clubs die meer teamgericht werken."

Wij werken puur op het individu en gaan aan de slag met de persoonlijke ontwikkeling van de sporter, Voor elke speler hebben we een plan.

Steven De Jaegher, trainer Voetbal Vlaanderen aan de Topsportschool Gent

"Voor elke speler hebben we een plan, dat we bespreken met de club. Ons contact met de clubs is van cruciaal belang, want zij helpen ouders van de meerwaarde van ons project te overtuigen. De clubs zelf varen er ook wel bij: voetballers met een topsportstatuut krijgen immers een extra trainingsbasis op maat.”

 

“Toch geven we in onze trainingen ook teamtactische basisprincipes mee vanuit de federatie. We hebben een aantal leerlingen bij de nationale jeugdploegen, en zij moeten die principes onder de knie hebben.”

 

Bart Van Renterghem: “Soms vinden spelers vanuit de nationale jeugdteams hun weg naar onze school. We werken nauw samen met de bondscoaches en spreken dezelfde voetbaltaal. Zij weten wat de meerwaarde is van onze theoretische sessies en praktische trainingen. Als ze enkel voetballen in clubverband, is er minder tijd om die principes aan te leren.”

Hier staat ingevoegde content uit een social media netwerk dat cookies wil schrijven of uitlezen (Instagram). U heeft hiervoor geen toestemming gegeven.

De overhoringen van Nicolas Raskin

Tot slot: hebben de trainers een schoolvoorbeeld van een geslaagde profcarrière uit de eigen kweekvijver? 

 

“Ik herinner me Nicolas Raskin (nu Standard, red.) nog bij AA Gent’, zegt Bart Van Renterghem. “Hij sprak enkel Frans. Voor die jongen zijn extra inspanningen geleverd. De leerkrachten zorgden er in het begin voor dat zijn overhoringen vertaald werden. 

 

Een kleine moeite met een fenomenaal resultaat, want Nicolas sprak een jaar later vloeiend Nederlands. Dat typeert de topsportschool: net dat tikkeltje meer doen voor onze talenten.”

Voor Nicolas Raskin zijn extra inspanningen geleverd. Dat typeert de topsportschool: net dat tikkeltje meer doen voor onze talenten.

Bart Van Renterghem

“Ook onze coaches spelen daar een grote rol in”, zegt Jo Van Hoecke overtuigd. “Bart en Steven volgen zelfs de klassenraden mee. Ze willen weten hoe het hun voetballers op de schoolbanken vergaat. Zo vermijden we dat we op eilandjes werken.”

 

“Dat marcheert heel goed”, vindt Bart. “Ik ben trouwens nog geen enkele ex-leerling tegengekomen die niet graag aan de topsportschool heeft gestudeerd. 

 

Het is een fantastische job om met al die talenten te mogen werken. Het gekke is alleen dat je het eindresultaat vaak pas jaren later ziet.”