Een statistiekje zegt alles. Na de onnavolgbare wisselwoede onder Bernd Storck heerst er bij het Racing Genk van Wouter Vrancken weer stabiliteit. En zowel het collectief als het individu plukt daar de vruchten van.
Zelfs voor de beste waarzegger was Racing Genk vorig seizoen een hopeloos geval. Geen mens die de basiself van de Limburgers kon voorspellen.
Speelden Bongonda of Sadick een uitstekende match? Goed mogelijk dat ze in de volgende partij toch weer op de bank moesten plaatsnemen. Het was een wisselwoede waar niemand - en zeker het collectief niet - beter van werd.
Onder Wouter Vrancken is het contrast groot. Dat bewijzen de cijfers ook: vorig seizoen voerde Genk gemiddeld 3,6 wissels door in de basiself. Dat zijn er dit jaar amper 0,5 - concreet: zes in elf wedstrijden.
Alleen wanneer het écht moest, greep Vrancken in. Zoals toen Luca Oyen op de openingsspeeldag zijn kruisbanden scheurde of bij de hamstringblessure van Joseph Paintsil.
Het is, samen met de verbeterde mentaliteit, hét succesrecept achter de leidersplaats.
Stat | 2021/2022 | 2022/2023 |
---|---|---|
Wissels in basis | 3,6 | 0,5 |
Want de continuïteit zorgt ervoor dat heel wat spelers opnieuw floreren.
Denk maar aan Maarten Vandevoordt, die zijn potentieel opnieuw volledig inlost en weer met clean sheets kan uitpakken. Ook de (Zuid-)Amerikaanse alliantie achterin (Munoz, McKenzie, Cuesta en Arteaga) acteert op een veel hoger niveau dan een jaar geleden.
Het zorgt dat vooral de defensieve cijfers een flinke boost kregen. Trekt Genk die lijn vanavond door tegen Westerlo?
Stat | 2021/2022 | 2022/2023 |
---|---|---|
Winstpercentage | 45% | 83,3% |
Goals | 1,9 | 2,3 |
Expected goals | 2,1 | 2,1 |
Tegengoals | 1,4 | 0,9 |
Expected goals tegen | 1,3 | 1,1 |
Passes | 521,8 | 448,7 |