Voor het eerst in de geschiedenis van het WK krijgen we morgen ook een beloftenwereldkampioen bij de vrouwen. Een goede zaak zou je denken, maar de manier waarop die titel wordt uitgereikt, roept vragen op. De beloftenwedstrijd wordt geïntegreerd in die van de profs. "Fijn dat er eindelijk iets is voor beloften, maar deze manier is niet goed", zegt wieleranalist Marijn de Vries.
In een wedstrijd vallen zaterdag twee wereldtitels te verdienen: een bij de profs, voor de eerste die over de meet komt, en een bij de beloften, voor de eerste renster die jonger dan 23 is.
Ex-renster en journaliste Marijn de Vries heeft haar bedenkingen bij dat systeem: "Oftewel organiseer je een aparte wedstrijd voor U23-rensters, oftewel doe je helemaal niets. De beloften worden hiermee echt tekortgedaan."
De Vries ziet meerdere problemen met het huidige format. Ten eerste is er geen overzicht. "Het is niet zo dat de beloften een ander soort rugnummer krijgen of dat er een kleurtje in is aangebracht. Je weet dus niet eens op welke rensters je moet letten", zegt ze.
Bovendien strijden niet alle landen met gelijke wapens, vindt De Vries. "Je hebt bijvoorbeeld enerzijds de Nederlandse selectie die heel groot is. Ik kan me voorstellen dat Shirin van Anrooij gewoon haar eigen ding mag doen bij de beloften. Zij is dan ook meteen een van de topfavorieten."
"Julie De Wilde, de Belgische belofte, heeft die luxe waarschijnlijk niet. Met Lotte Kopecky hebben de Belgen een renster die echt wel iets kan doen in de finale, dus dan wil je ook dat De Wilde de rol van knecht opneemt. Maar dan geeft ze dus haar eigen kansen op. De bondscoach wordt zo in een onmogelijke positie gewrongen."
De Vries heeft ook nog een derde punt van kritiek: "Wat ook problematisch is, is dat de beloften nu dezelfde afstand moeten rijden als de elite vrouwen. En als je net overkomt van de junioren, is bijna 170 kilometer echt een heel grote afstand. De vraag is of dat wel goed is voor hun ontwikkeling."
Enerzijds wil je dat De Wilde knecht voor Kopecky, anderzijds offert ze dan haar eigen kansen op. De bondscoach wordt in een onmogelijke positie gewrongen.
Aparte wedstrijd enige oplossing
Het huidige format zou maar voor enkele seizoenen blijven. De UCI wil binnen een paar jaar een aparte belofte-wedstrijd organiseren. De enige juiste oplossing volgens De Vries.
"Dat is inderdaad beter", zegt ze. "De tegenargumenten zijn dan dat het peloton te klein zal zijn en de niveauverschillen te groot. En dat zal inderdaad wel zo zijn tijdens de eerste jaren, maar het is de enige manier om die categorie te laten groeien."
"Bovendien geef je met een aparte wedstrijd ook de kans aan een bredere lijn van rensters. Als je nu naar de Nederlandse selectie kijkt, zijn er heel wat rensters thuisgebleven die zeker het niveau van het WK U23 waard zouden zijn. Het zou gewoon gelijkwaardig moeten zijn aan de mannen", besluit de Nederlandse journalist.
Ook de Nederlandse bondscoach Loes Gunnewijk had haar poulain Shirin van Anrooij liever in een aparte beloftecategorie zien strijden. "Dat zou veel beter zijn geweest", vertelt ze. "De overgang van de junioren naar de elite is heel groot. Het is beter om een kampioenschap te rijden met leeftijdsgenoten."
"Nu kan je twee truien verdienen in één wedstrijd. Sommige landen hebben geen belofterensters, sommige landen stemmen hun WK af op de U23... Ik had het liever anders gezien."
De Wilde, kanshebber op beloftetitel, zal rijden voor Kopecky: "Zij maakt veel kans"
Net als Marijn de Vries, loopt Julie De Wilde niet wild van het huidige format: "Het is bizar, want er zullen beloftes zijn die zullen moeten rijden voor hun elite-landgenotes en andere beloftes zullen volledig hun eigen kans mogen gaan."
De Wilde is op papier onze grote Belgische kanshebber op de beloftentitel, maar haar prioriteiten liggen elders: "Het is een speciaal gegeven, meerdere prijzen in één koers, maar met de ploeg prefereren we de wereldtitel bij de elites."
"Ik denk dat Lotte heel veel kans maakt", voegt ze er glimlachend aan toe, "Mount Pleasant ligt haar perfect. Op zo'n parcours kan ze het best uit de voeten."