Duurzamer maar minstens even krachtig. Dat zijn de krijtlijnen die de Internationale Autosportfederatie (FIA) heeft vastgelegd voor de F1-motoren vanaf 2026. Zo neemt het de laatste horde weg voor een samenwerking tussen Red Bull en Porsche.
De nieuwe regels voor de F1-motoren waren al even duidelijk, maar pas vandaag heeft de FIA ze eindelijk in steen gebeiteld. De omwenteling, die vanaf 2026 ingaat, moet vooral de duurzaamheid van de Formule 1 verhogen, zonder aan spanning in te boeten.
Daarvoor heeft de FIA vier belangrijke "pilaren" vastgelegd in de regels. Ten eerste moet "het spektakel behouden blijven", klinkt het. Ook in 2026 doen de F1-teams nog altijd een beroep op V6 turbo-hybride motoren, die meer dan 1.000 pk produceren.
Maar de nieuwe motoren moeten wel een pak milieuvriendelijker zijn. Niet alleen wordt de elektrische component opgetrokken naar 350 KW, de motoren moeten vanaf 2026 ook draaien op duurzame brandstof.
Dat is 100 procent duurzame biobrandstof, die bovendien een "drop-in fuel" moet zijn: een brandstof die zonder enige aanpassingen ook in een personenwagen kan worden getankt. Dat past in de ambitie om vanaf 2030 CO2-neutraal te zijn.
Maar bij Red Bull zullen ze vooral kijken naar de laatste "pilaar": "De regels moeten het mogelijk en aantrekkelijk maken voor nieuwkomers om in te stappen op het hoogste niveau."
Het team van wereldkampioen Max Verstappen, dat sinds dit seizoen zelf zijn motoren produceert na het vertrek van Honda, danst al even rond Porsche. In Hongarije stelde teambaas Christian Horner dat er nog wat obstakels waren, maar de FIA heeft nu alvast een belangrijke horde weggenomen met de nieuwe regels.
Ook Audi zou een team willen overnemen. Zij worden al even in verband gebracht met het Zwitserse Sauber, dat momenteel met Alfa Romeo in de Formule 1 rondrijdt.