Zowel de Belgian Tornados, als de Belgian Cheetahs hebben zich afgelopen nacht vlot geplaatst voor hun respectieve finale van de 4x400 meter op het WK atletiek in Eugene. De Tornados wonnen hun halve finale, de Cheetahs eindigden tweede. Hoe kijken de hoofdrolspelers van vannacht naar de kwalificatie?
Julien Watrin, Dylan Borlée, Jonathan Sacoor en slotloper Kevin Borlée zetten in de tweede reeks de beste chrono (3'01"96) neer, goed voor de vierde totaaltijd van de finalisten. De Verenigde Staten (2'58"96) waren het snelste.
De Tornados, die zich deze winter tot indoorwereldkampioen kroonden in Belgrado, wonnen in 2019 in Doha de bronzen medaille op de 4x400 meter. Voor onze landgenoten is het de 29e finale op een groot toernooi. Komende nacht omstreeks 04.35 uur (Belgische tijd) starten ze in baan 6.
Watrin beet de spits af met een tweede plaats, achter de Botswaan Isaac Makwala. "Het kwam erop aan het simpel te houden", vertelde Watrin na afloop. "Er waren enkele technische punten waar ik moest opletten en ik mocht vooral niet forceren in de bocht met de wind op kop."
Dylan Borlée, die voor de eerste keer als tweede loper aan de bak moest, ging Botswana voorbij en bracht België zo aan de leiding, een positie die ze niet meer uit handen gaven. "Vaak loopt Jonathan als tweede en het was dus een nieuwe ervaring voor mij, maar ik doe het met plezier."
Alexander Doom kreeg na de individuele baanronde rust, dus was Jonathan Sacoor de derde loper. Sacoor is op de terugweg na een coronabesmetting. "Het doet deugd om deel uit te maken van deze ploeg", bekende de juniorenwereldkampioen van 2018.
"Ik moest Kevin in de beste omstandigheden aan de slotronde laten beginnen en ben daarin ook geslaagd. In de finale sta ik mijn plaats gewoon weer af aan Alexander, hij verdient dat."
Slotloper Kevin Borlée maakte het vervolgens af. "Nochtans voelde ik me niet helemaal top. In de laatste rechte lijn begon ik te kijken waar de concurrenten zaten en dat heeft me uit concentratie gebracht."
"Maar goed, we staan voor de 29e keer in de finale, dat is toch wel uitzonderlijk. We slagen er telkens in een competitieve ploeg naar een toernooi te zenden."
Laus: "De Cheetahs-magie werkte"
Ondanks vroege uitschakelingen in de individuele nummers en enkele twijfels voor de start reageerden de Belgian Cheetahs met verve in de reeksen van de 4x400 meter.
Naomi Van den Broeck, Imke Vervaet, Helena Ponette en Camille Laus behaalden in de tweede reeks de tweede plaats in een tijd van 3'28"02, achter een ongenaakbaar Jamaicaans team (3'24"23).
De Belgen mogen met de vierde tijd van de reeksen naar de finale van zondag. "We waren gestrest, maar de Cheetahs-magie trad weer in werking", verwoordde Laus, die 50"93 klokte in een geweldige slotronde, waarin ze Canada nog voorbijsnelde.
"We hadden een goed team en het doel was om in de top drie te eindigen. Die ambitie is bereikt. Dit doet deugd, het was een goede wedstrijd. Ik beleefde een goede stage in Irvine, maar kon het eerder niet laten zien. Dit was weer de manier waarop ik graag race."
Imke Vervaet sprak vervolgens over de doelstellingen voor de finale. "We willen niet laatste worden, we hebben nog steeds het podium in gedachten. Is dat mogelijk? We weten het niet, maar we gaan alles doen wat we kunnen om daar te komen."
De 22-jarige debutante Ponette liep een knappe race en klokte een ronde van 51"49. Zij gelooft dat alles mogelijk is in de finale, ook al lijken de Verenigde Staten, Jamaica en Groot-Brittannië ongenaakbaar voor de Belgische vrouwen. "Het verschil tussen de top drie en de rest is enorm (bijna 4 seconden, red.), maar er is maar een foutje bij de stokwissel of een val nodig. We zullen alles geven en zien wat er gebeurt."
Naomi Van den Broeck, die een goede teamgeest zag, ondervond "een beter gevoel dan vorig weekend". "Als je een estafette loopt, voel je meer verantwoordelijkheid. Het geeft wat positieve druk en ik probeerde dat goed te gebruiken."