Hij kwam, hij zag en hij overwon. De periode van Alfred Schreuder bij Club Brugge was kort, maar krachtig. Met 37 op 39 stuwde de Nederlander zijn ploeg naar een nieuwe landstitel. De derde op een rij. Een remontada die vooral op het trainingsveld uitgetekend werd. "Ik heb veel methodes overgenomen van Julian Nagelsmann", vertelt Schreuder in Extra Time.
Club ging na het vertrek van Philippe Clement op zoek naar een nieuwe coach. De vereiste bovenaan de checklist van het bestuur: internationale ervaring.
Alfred Schreuder kreeg alvast een vet vinkje naast die voorwaarden. De Nederlandse coach werkte bij Barcelona met Ronald Koeman, bij Ajax met Erik Ten Hag en bij Hoffenheim met Julian Nagelsmann.
Daar profiteerde ook Club Brugge van. Zo integreerde Schreuder heel wat traingsmethoden van Bayern München-coach, Julian Nagelsmann. “Nagelsmann is vrij extreem in zijn trainingsmethodes. Hij kwam elke week op de proppen met nieuwe oefenvormen om de spelers cognitief uit te dagen", vertelt Schreuder.
“In het begin van de week geeft hij steeds extreem moeilijke oefeningen”, weet ook Youri Mulder. “Dan bakten de spelers er bitter weinig van. Maar naarmate de week vorderde, bouwt hij de moeilijkheidsgraad weer af.”
“De spelers dachten dan dat ze beter werden, maar eigenlijk werden de oefeningen gewoon gemakkelijker.”
De spelers dachten dan dat ze beter werden, maar eigenlijk werden de oefeningen gewoon gemakkelijker.
Ook op het Belfius Basecamp braken de Bruggelingen vaak hun brein. “Ik heb veel van zijn methodes overgenomen. Maar minder extreem", aldus Schreuder. 'Bij hem was het voor nieuwe spelers enorm zwaar. Zeker mentaal. Het vergt een groot aanpassingsvermogen om zo te trainen.”
“Ik probeer mijn spelers dus ook wel actief te laten denken. En hen veel aangepaste oefeningen voor te schotelen. Telkens in zijn context, op maat van mijn elftal."
"Met Club voetbalden we bijvoorbeeld vaak op de helft van de tegenstander. Dan zoek je nieuwe vormen waar je vaak in kleine ruimtes aan de bal bent. En andersom, zorg je er dan voor dat er in die oefening een omschakelmoment is met grotere ruimtes in de rug. Zo spiegel je een wedstrijdsituatie in je training.”