Wout van Aert was er gisteren niet bij om een gooi te doen naar een tweede zege in de Strade Bianche. Bij de start van Parijs-Nice sprak hij zijn bewondering uit voor de prestatie van Tadej Pogacar.
Wout van Aert stak een dag na de Strade Bianche niet onder stoelen of banken dat het toch een beetje pijnlijk was geweest om vanuit zijn hotelkamer toe te moeten kijken hoe Tadej Pogacar de Italiaanse gravelkoers won.
"Het was indrukwekkend, daar zijn geen andere woorden voor." En dan met een lachje: "We hebben een nieuwe topfavoriet voor de Ronde, zeker?"
"Sowieso was ik al op mijn hoede voor hem voor de Ronde. Hij heeft al meermaals bewezen dat hij meer is dan een ronderenner en ook supersterk is in het eendagswerk."
"Het was straf hoe hij het deed. Het leek een gesloten koers, maar bij de eerste beste aanval rijdt hij de rest eraf. Hij heeft ze niet meer teruggezien. Indrukwekkend."
Ik was sowieso al op mijn hoede voor Pogacar voor de Ronde.
Van Aert: "Wil vandaag een uitslag rijden"
Van Aert reed uiteindelijk de Strade niet, omdat hij dit jaar voor Parijs-Nice heeft gekozen. In de eerste rit ziet hij al meteen kansen. "Een klassiek parcours, met veel draaien en keren, op en af."
"De bedoeling is toch om vandaag een uitslag te rijden. Ik denk dat het voor de pure sprinters te zwaar wordt. Misschien overleven ze die klimmetjes wel, maar dan zou hun ploeg toch ontregeld moeten zijn."
Als het op een echte sprint aankomt, geeft Van Aert zich niet zoveel kansen tegen jongens als een Jakobsen. "Dat zijn renners die echt leven van de sprints, ik niet."
