Als dit een televisieverslag was, zou het tien jaar geleden begonnen zijn met de woorden: “donkere wolken pakken zich samen boven Beerschot”. Na 2-1-verlies in een rechtstreeks duel is het verschil tussen rode lantaarn Beerschot en voorlaatste Seraing 10 punten. Beerschot heeft nog 11 matchen om het tij te keren.
Verblindend succes?
Sinds speeldag drie staat Beerschot dit seizoen op de laatste plaats. Wat een verschil met vorig seizoen, toen Beerschot op speeldag drie de trotse competitieleider was.
Een gevaar van succes is dat het verblindend kan werken. Na een schitterende seizoensstart waarin Beerschot geprezen werd voor de vele goals die het toen maakte, volgden na de winterstop nog maar vier zeges en zakte de club langzaam weg tot plaats negen.
Na het vertrek van trainer Hernan Losada en de verkoop van Tarik Tissoudali in januari waren de tekenen van verval nochtans zichtbaar. Voor wie ze wou zien tenminste.
“Bij Beerschot herhaalt zich exact een Sheffield United-scenario van vorig jaar”, zegt Koen Frans die voor Gazet van Antwerpen de club op de voet volgt.
De grote sterkte van Beerschot vorig seizoen was de samenhang en de ploeggeest. Die is om verschillende redenen uit elkaar gevallen.
"Sheffield United (de club die dezelfde Saudische eigenaar heeft) beëindigde zijn eerste seizoen in de Premier League als negende en degradeerde het jaar daarna roemloos. Daar hebben ze bij Beerschot niets uit geleerd.”
“De grote sterkte van Beerschot vorig seizoen was de samenhang en de ploeggeest. Die is om verschillende redenen uit elkaar gevallen.”
“De resultaten werden minder, de spelers wilden verder met trainer Will Still, maar die werd toch vervangen, en jongens die einde contract waren zoals Loris Brogno, Jan Vorogovski of Denis Prychynenko mochten gaan."
"Dat is niet onbegrijpelijk als je ze vervangt door betere spelers, maar er kwamen jonge talenten, die de competitie niet kennen en het niveau niet haalden. De versterkingen in elke linie waar het bestuur over sprak, zijn er nooit gekomen."
De zakken van de prins
Het bestuur van Beerschot had tijdens de afgelopen zomer de tijd om in te grijpen, maar de vraag daarnaar van kersvers trainer Peter Maes werd niet beantwoord. Dat laat zich nog altijd voelen onder de nieuwe trainer Javier Torrente.
“Het grote probleem is dat er in deze moeilijke omstandigheden niemand is in de selectie die individueel het verschil kan maken. Er is al sinds het vertrek van Tissoudali een scoringsprobleem”, legt Koen Frans uit.
Waarom ging Beerschot dat niet aankloppen bij zijn Saudische eigenaar of bij zusterclub Sheffield? “Ik denk dat de zakken van de prins niet zo diep zijn als iedereen aanvankelijk dacht. Ook bij Sheffield blijft de vinger op de knip."
"Elke andere club onderaan heeft een doelpuntenmaker, maar bij Beerschot was er niet voldoende geld om Zinho Gano aan te trekken."
"De sportieve bazen, met name Jan Van Winkel en Sander Van Praet, dragen volgens mij een grote verantwoordelijkheid in het onevenwicht in de spelerskern."
Het is niet de enige groeipijn waar Beerschot, vier jaar na de komst van de nieuwe investeerders, nog altijd geen medicijn voor heeft gevonden. De trainingsaccommodatie is verouderd en extra-sportief personeel blijft uit.
Elke andere club onderaan heeft een doelpuntenmaker, maar er was onvoldoende geld voor Zinho Gano.
Tegen wie nog punten pakken?
Beerschot heeft nog 11 matchen – waaronder een inhaalmatch tegen Standard – om zich te redden, maar zonder last minute versterkingen wordt dat een moeilijke opdracht.
“Volgens mij was de match tegen Seraing de laatste kans. Het vertrouwen is weg en ik stel me ook de vraag tegen wie ze die punten nog gaan pakken”, vraagt Koen Frans zich af.
Beerschot speelt onder andere nog tegen Union, Club Brugge, Antwerp en AA Gent.
Jagen op beren is internationaal bijna overal verboden, maar de Antwerpse beer zal een klein mirakel nodig hebben om zijn vel te redden. Gisteren heerste er naar verluidt alvast een begrafenissfeer in de kleedkamer na de wedstrijd.