Een opvallend charmeoffensief plaatste Genk-coach Thorsten Fink maandagavond vol in de spotlights. In een open brief vroeg de Duitser meer respect voor scheidsrechters. Een dag later geeft hij tekst en uitleg bij zijn oproep (én de timing ervan): "Ik ben zelf geen engeltje, maar het was tijd om er iets van te zeggen", stelde hij in een interview.
Op enkele dagen van de Champions' Play-offs was de emmer even vol bij Genk-coach Thorsten Fink. De Duitser kroop in zijn pen en gooide een opvallende oproep op zijn LinkedIn-pagina.
"Ik begrijp dat voetbal draait om emoties. En ik besef ook dat beslissingen een wedstrijd sterk kunnen beïnvloeden. Maar wat ik mezelf steeds blijf afvragen is: waar is het respect? Iedereen doet zijn best en probeert zijn werk zo goed mogelijk te doen", klonk het onder meer.
De open brief werd gretig gedeeld en kon overal op een pak aandacht rekenen. Maar waar kwam die plotse opwelling bij Fink eigenlijk vandaan?
"Ik had een vrij weekend en dus veel tijd om na te denken over wat er dit seizoen gebeurd is", deelde de oefenmeester in een gesprek. "Je leest ook weleens wat over de scheidsrechters. Ik weet hoe moeilijk hun job is. Ik ben zelf geen engeltje en ik maak ook fouten richting hen, maar aan het einde van de rit moet er wel respect zijn."
"Ook in Duitsland merkte ik dat ze telkens de refs aanvielen en dat is niet fair. We zijn idolen voor kinderen en dus vond ik het tijd om het eens aan te kaarten."
Ik ben ouder, en dus misschien ook wat wijzer, dan mijn collega's. Ik wil hen mijn ervaring doorgeven.
Achter de timing - aan de vooravond van de titelstrijd - moeten fans volgens Fink dus helemaal niets zoeken.
"Nee, het is niet dat ik nu iets verwacht. Zoals ik zei: ik ben zelf geen engeltje. Het is niet dat ik me altijd top gedraag naar de scheidsrechters, maar het moet fair en respectvol blijven. Dat wilde ik eens zeggen."
En als 'oudje' tussen de trainers in de Jupiler Pro League wilde Fink (57) vooral ook een duidelijke boodschap uitsturen naar zijn jongere collega's.
"Ik doe zelf zeker niet alles goed", was hij eerlijk met zichzelf. "Ook in Oostenrijk heb ik fouten gemaakt. Maar ik ben nu 57 jaar en ik leer nog altijd bij. Ik ben bijvoorbeeld niet meer zo emotioneel als vroeger."
"Natuurlijk kan het nog gebeuren dat ik zelf over de schreef ga, want ik vecht altijd voor mijn rechten. Maar ik ben ouder, en dus misschien ook wat wijzer, dan mijn collega's. Ik wil hen mijn ervaring doorgeven."
"Laat ons allemaal samenblijven, zelfs als er fouten gemaakt worden."
Vol voor de titel
De open brief van Fink mag nu dan wel een hot topic zijn in Genk, binnen enkele dagen moet de focus weer helemaal op de titelstrijd. En ook daar lijkt Fink klaar om zich in de debatten te mengen.
"Ik was de voorbije dagen in München met familie en kon dus de tijd nemen om te reflecteren over het reguliere seizoen", legde hij uit. "Ik dacht na over wat ik kan doen in de komende 10 matchen."
"We hebben al een topseizoen gespeeld, maar dit is niet onze eindbestemming. We willen voortdoen en daar heb ik aan gewerkt. Kunnen we beter trainen? Waar kunnen we extra punten halen?"
De Duitser steekt de Genkse ambitie dan ook niet weg. "Ik wil niet nummer 5 of 6 zijn, ik wil de nummer 1 zijn. Ik ben nu in Genk en hier hebben ze de ambitie om titels te winnen. Dat is wat ik leuk vind. Ik hou van deze druk."
Iedereen bombardeert ons tot favoriet voor de titel, maar dat zijn we niet.
Met een vijfde landstitel zou Fink zich stevig in de Limburgse harten nestelen. "We willen geschiedenis schrijven", blaast hij nog wat meer ambitie in zijn groep.
Maar er is nóg een doel: "Kijk naar Club Brugge in de Champions League ... Als wij dat ook kunnen, zal de competitie interessanter worden, gelooft de Duitser.
"Het zou niet goed zijn als Club 10 jaar aan de macht is. Voor de competitie zou het dus beter zijn, voor ons en onze fans ook."
Toch wil Fink zijn Genk niet de topfavoriet voor de titel noemen. "Iedereen bombardeert ons tot favoriet, maar dat zijn we niet. Club en Union spelen geen Europees voetbal meer. Ze zijn dus fris."
"Zij blijven de favoriet en wij zijn de uitdager. Maar we zijn wel sterk genoeg om te zeggen dat we de titel willen."
Laat de driestrijd (?) maar beginnen.
