Speelt Toon Aerts zondag voor het eerst dit seizoen echt mee voor de knikkers? De 31-jarige veldrijder stond de voorbije crossen telkens voor een inhaaljacht, maar prijkt zondag in Dublin eindelijk weer op de 1e startrij.
Wie het uitslagenlijstje van Toon Aerts bestudeert, zal misschien denken dat de voormalige Europese kampioen aan een matig seizoen bezig is.
Maar de realiteit is anders. Aerts moest de voorbije weken telkens achteraan het pak starten. Het gevolg van een 2-jarige schorsing en een lage notering op de UCI-ranking.
"In Antwerpen, bijvoorbeeld, stond ik vorig weekend op de 5e startrij. Daardoor was ik ook daar weer aangewezen op een inhaaljacht."
Op bepaalde momenten begon ik te twijfelen: "Zal ik de WK-selectie halen?"
Het is de rode draad in het seizoen van Aerts. "Het ene weekend verliep die inhaaljacht al beter dan het andere."
"In Beringen kon ik in de eerste bocht meteen langs de binnenkant goed opschuiven. Maar in andere crossen was het vaak miserie."
"Neem nu de cross in Niel, daar heb je 100 meter na de start al een reeks bochten en heuveltjes. Als je dan achterin het pak start, ben je een hele cross op achtervolgen aangewezen."
"In Ruddervoorde en Hamme zat ik dan weer achter een valpartij, waardoor ik opgehouden werd. In andere crossen reed ik me bij de start vast in het peloton. Het was soms een beetje vloeken, maar ik liet mijn hoofd niet hangen."
De minder sprankelende uitslagen zorgden wel voor twijfels. ""Zal ik de WK-selectie halen?", vroeg ik me soms af. Want ik eindigde niet vaak bij de eerste 3 Belgen."
Lopen en modder
Afgelopen weekend zag Aerts zijn wilskracht beloond. Na, opnieuw, een ferme inhaalrace bolde hij als 8e over de streep in de Wereldbekeropener in Antwerpen.
Een levensbelangrijk resultaat, want de eerste 2 startrijen in een Wereldbeker-cross hangen niet af van het UCI-klassement maar wel van het WB-klassement.
"Die Wereldbeker in Antwerpen was daarom ook van in het begin van het seizoen een groot doel. Het was met de hakken over de sloot, maar ik ben blij dat ik nog net 8e ben geëindigd."
Veel loopstroken en kans op modder. Het parcours in Dublin moet me liggen.
Zo prijkt Aerts zondag in Dublin op de 1e startrij. "Een mooie startplek. Al is die door de brede en lange startstrook zondag van minder groot belang."
Maar het kan voor Aerts wel het begin zijn van een nieuwe fase in zijn veldritseizoen: meestrijden voor de knikkers.
"Het parcours in Dublin moet me liggen", glundert hij. "Het is een zware cross met veel loopstukken en kans op modder en slijk. Met niet te veel draaien en keren. Als er niemand bovenuit steekt, wil ik meedoen in de finale."
Maar Aerts zat dit seizoen nog niet vaak in een kansrijke positie. "Om dan van bij de eerste keer alles tactisch correct te doen, wordt niet gemakkelijk. Ik wil zondag gewoon de bevestiging dat ik weer kan meedoen met de besten."
Prijzengeld
Door zijn goeie startplek kan Aerts zondag een smak UCI-punten verzamelen. Dat kan hem dan weer aan een betere startrij helpen in de Superprestige en de X²O-Trofee, waar de UCI-ranking wel nog altijd de startrij bepaalt.
"Hopelijk is de trein op die manier vertrokken."
De Wereldbeker blijft de komende weken wel het hoofddoel van Aerts, die geen enkele WB-cross zal skippen.
"Al had ik wel gedacht dat ze de Wereldbeker aantrekkelijker gingen maken door het prijzengeld op te schroeven. Het prijzengeld ligt er wel hoger dan in andere crossen, maar er is in de Wereldbeker geen startgeld."
"Als renner blijft het een serieuze kost om in Dublin (1 december) en Sardinië (8 december) te crossen. Maar ik maak daar niet zo'n issue over. Als renner van een bepaald niveau heb je ook een bepaald loon. Dat is de basis."
Naast de Wereldbeker zit Aerts ook al met het WK in Liévin in zijn hoofd. "Het parcours is vergelijkbaar met dat in Dublin. Het zou me dus goed moeten liggen."