Gedaan met premies voor Belgische wielrenners die een medaille veroveren. Belgian Cycling moet op bepaalde vlakken besparen, zeker na de succesvolle jaren die achter de rug liggen. "Want tussen 2019 en 2023 was er een verdrievoudiging van het aantal medailles. En dus ook van het aantal premies dat we moesten uitdelen."
Zouden Remco Evenepoel en Lotte Kopecky even balen? Als ze volgend jaar een zoveelste medaille toevoegen aan hun palmares, krijgen ze daar geen premie van Belgian Cycling meer voor.
Een maatregel die de wielerbond moet treffen om financieel gezond te blijven. "Het is een oefening die we over de laatste 4 jaar gemaakt hebben", legt CEO van Belgian Cycling Nathalie Clauwaert uit.
"Tussen 2019 en 2023 was er een verdrievoudiging van het aantal medailles. En dus ook van het aantal premies dat we moesten uitbetalen. We hebben geconstateerd dat het systeem - zoals het er jaren heeft gelegen - niet meer houdbaar is financieel."
Niet dat de toppers er écht wakker van zullen liggen, er is bijvoorbeeld wel nog steeds het prijzengeld van de UCI. Maar voor renners uit kleinere disciplines zal het toch een wezenlijk verschil maken. "Al is dat een kleine minderheid", verzekert Clauwaert.
"En het is een maatregel die we intern hebben afgestemd met de renners en bondscoaches. We weten dat het geen populaire maatregel is, maar we konden toch op begrip rekenen."
Tegenwoordig moeten we ons vaak veel verder verplaatsen - denk maar aan het WK in Wollongong. Dat heeft allemaal zijn prijs.
Toch vreest de CEO niet dat de ingreep een impact zal hebben op de sport. "Want we proberen de jaarprogramma's wel te blijven draaien. Zo willen we de prestaties en ontwikkeling bestendigen."
"Onze visie blijft dat we alles zo goed mogelijk willen omkaderen voor een brede basis", klinkt het nog. Er wordt dus wel nog steeds stevig ingezet op talentdetectie.
Maar hoe komt het eigenlijk dat de wielerbond naar financiële ademruimte snakt? "We zijn zeker niet de slechtste leerling van de klas", sust Clauwaert eerst en vooral.
"Ik spreek ook met collega-federaties en zij hebben het moeilijk om hun nationale programma's te blijven draaien. Daar zijn verschillende redenen voor."
"Zo is er een stijging van de kosten voor hotelovernachtingen en vluchten. Ook de loonkosten stegen en er is een internationalisering van de sport. Tegenwoordig moeten we ons vaak veel verder verplaatsen - denk maar aan het WK in Wollongong. Dat heeft allemaal zijn prijs natuurlijk."
Letterlijk en figuurlijk de keerzijde van de medaille, dus.