Lotte Kopecky heeft zichzelf zaterdag naar een nieuwe wereldtitel geknokt. Ze leek verslagen, maar gaf niet op. "Ze heeft een karakter en als ze zegt dat het moet, dan moet het", was bompa François niet eens zo verbaasd over de nieuwe krachttoer. Sportweekend bekeek Kopecky's WK door de bril van enkele intimi van de "fantastische renster en meid".
Na de streep in Zürich viel Lotte Kopecky haar familie in de armen. "Ik heb haar niks gezegd. Gewoon een knuffel en een schouderklopje", vertelde broer Hannes. Ook grootvader François bleef - naar het beeld van Lotte - bescheiden en vierde ingetogen.
"Als ze zegt dat het moet, dan moet het. En dan doet ze het", lachte hij. "Ik heb al zoveel meegemaakt met Lotte, dat die verwondering een beetje achterwege gebleven is." Zelfs haar prestatie in Zwitserland went.
Geen heftige emoties of grote woorden dus bij de Kopecky's, wel de volgende droge conclusie van opa: "Het is een prachtige madam. Meer kan ik er niet van zeggen."
Ze haalt energie uit een tegenslag. Ze kan blijven gaan.
Het is nochtans onvoorstelbaar straf wat Kopecky doet. Ze kan op alle terreinen winnen. Ook bij haar ploeg SD Worx-Protime is er alleen maar bewondering: "Ze heeft weer laten zien hoe ze nadenkt, ze weet dat ze niet overal achter kan gaan. Ze is zo slim en mentaal zo sterk. Ze is een absolute killer", stelt teammanager Erwin Janssen.
Die combinatie - sterk én slim zijn - maakt Kopecky Kopecky. En als het eens tegenzit, slaat ze keihard terug. Broer Hannes: "Ze kan blijven gaan. Bij een tegenslag haalt ze uit die tegenslag opnieuw energie en moed om te laten zien: "Ik ga doen waarvoor ik gekomen ben!"
Haar palmares liegt er ook niet om. Ze is een godsgeschenk voor het Belgische wielrennen. Dat beseft ook Griet Langedock, de voorzitter van de commissie Vrouwenwielrennen bij de Belgische bond. "Er zijn geen woorden om haar belang te kunnen omschrijven. Al die successen, seizoen na seizoen."
"En niet alleen op de weg, maar ook op de piste. Ze is een fantastische vrouw, een fantastische renster, een fantastische meid."