Zondagmiddag is Nina Derwael (24) naar Parijs vertrokken voor haar derde Olympische Spelen. De gymnaste oefende zaterdag nog een laatste keer in Gent en voelde dat het goed zat. "Het gaat plots heel snel veel beter."
Schouderproblemen en een bijhorende operatie gooiden het voorbije jaar roet in het eten.
Nina Derwael timmert sindsdien aan haar comeback. In april turnde ze nog op het EK in Rimini, maar daar haalde ze niet het niveau dat ze zelf wilde.
"Toen was ik gewoon nog niet klaar. Het was echt trekken en sleuren", vertelt ze.
"Sindsdien gaat het steeds beter en nu heb ik echt het gevoel klaar te zijn voor Parijs."
"Ik kom weer meer tot rust tijdens mijn oefening en zo kan ik letten op de belangrijke details."
Je weet nooit hoe dicht je nog bij een medaille kunt komen.
Derwael is wel altijd duidelijk geweest. Ze trekt naar eigen zeggen niet meer als favoriet - zoals in Tokio 2021 - naar de Spelen. Haar vooropgestelde doel is om de finale te halen in Parijs.
"Met het gevoel dat ik nu heb, zou die finale wel gewoon moeten lukken", klinkt het verzekerd. "9 maanden geleden geloofde ik zelfs niet dat ik me zou kwalificeren."
"Het gaat nu wel heel snel veel beter. We kennen het gezegde: in een finale kan alles gebeuren."
"Ik zit nu in een underdogpositie, en heb zelf niks meer te bewijzen. De druk ligt bij andere turnsters, en daar moet je ook mee kunnen omgaan."
"Je weet dus nooit hoe dicht je nog bij een medaille kunt komen."
Mijn ervaring kan doorslaggevend zijn. Ik heb het allemaal al eens gedaan.
Op papier zijn er twee gymnastes - de Algerijnse Kaylia Nemour en de Chinese Qiu Qiyuan - die qua moeilijkheidsgraad buiten categorie lijken.
"Maar iedereen daaronder zit wel dicht bij elkaar", vindt Derwael.
"En dan kan mijn ervaring wel doorslaggevend zijn. Ik heb al eens goud gewonnen en weet wat ik moet doen."