Begin oktober liep Fleur Moors (18) na een val in de cross van Beringen een gescheurde nier op. Zondag viert ze haar wederoptreden in Dublin. "Ik heb zin om extra goed terug te komen. Ik zit niet graag stil en ik wil vooruitgang."
Fleur Moors is aan een steile opmars bezig in haar prille profcarrière. Ze werd in de staart van het wegseizoen Europees kampioene bij de junioren en op het WK in Glasgow veroverde ze brons.
Moors ligt bij Baloise - Trek Lions onder contract in het veld, maar na haar debuut in Beringen lag ze al in de lappenmand.
Op weg naar Waterloo, waar de eerste manche voor de Wereldbeker werd gereden, bleek dat Moors een gescheurde nier had overgehouden aan haar val in Beringen.
"Nu voel ik me goed. Ik ben blij dat ik weer kan starten", zegt ze over haar terugkeer aanstaande zondag in Dublin.
"Er is nog wel een beetje werk aan de winkel, vooral qua explosiviteit. Maar het zit oké. We zien wel wat de eerste cross geeft."
Ik rijd als eerstejaarsbelofte wel graag bij de profs en mijn uitslagen maken niet veel uit. Ik kan er toch niet voor het podium strijden en dan is alles goed voor mij.
"Normaal krijg ik een mentaal tikje als ik pech heb", vervolgt Moors, "maar nu heb ik zin om extra goed terug te komen. Ik zit niet graag stil en ik wil vooruitgang."
Moors combineert de weg en het veld. "Ik kijk nu extra uit naar het veld. Als eerstejaarsbelofte moet ik dit seizoen mikken op de kampioenschappen."
"Ik rijd wel graag bij de profs en mijn uitslagen maken niet veel uit. Ik kan er toch niet voor het podium strijden en dan is alles goed voor mij."
In het veld kan Moors op het BK misschien Sanne Cant onttronen. "Hopelijk", lacht ze smakelijk.
Op de weg wordt ze al snel in één adem genoemd met Lotte Kopecky. "Die vergelijking hoor ik niet graag, maar ze is wel logisch."
"Haar evenaren zou iets heel groots zijn, maar de kans is klein. Ik probeer het te doen op de manier van Fleur."