Met de Masters in Boedapest staat komend weekend voor Matthias Casse (26) een belangrijke afspraak op de planning. Casse voelt zich na twee stages top voor het toernooi in de Hongaarse hoofdstad, waar hij in 2021 wereldkampioen werd. "Op de Spelen moet mijn judo helemaal op punt staan. Dan moet ik zonder te veel nadenken de mat opstappen", weet hij.
Boedapest doet het hart van Matthias Casse toch een beetje sneller slaan. "Ik behaalde er mijn wereldtitel in 2021", glimlachte hij op een persmoment.
"Ik heb er dus heel goede herinneringen aan. Ik heb ook affiniteit met stad omdat mijn vriendin, die er gewoond heeft, half Hongaars is."
Maar voor Casse wordt Boedapest geen citytrip. Op de Masters wil hij zichzelf weer meten.
"De Grand Slam in Mongolië eind juni (waar Casse er al in de eerste ronde uitging) deed ik voor het competitiegevoel. Een toernooi was genoeg, meer heb ik niet nodig."
"Het resultaat was er geen succes, maar dat was ook niet het belangrijkste. Ik heb er geleerd waar we op verder moeten werken, speltechnisch bijvoorbeeld."
"Dat zijn details, maar het is belangrijk met het oog op de Olympische Spelen. Tegen dan moeten we helemaal klaar zijn."
"In Parijs moet ik op mijn best zijn"
Met stages in Alicante en Papendal heeft Casse zich voorbereid op de Masters. "Ik heb er heel goed kunnen sparren, met kwalitatief sterke tegenstanders. En ik heb er geen blessures opgelopen. Dat is ook heel belangrijk. Het gevoel voor de Masters is goed. Ik voel me top."
Naast het WK en EK zijn de Masters een sleutelafspraak voor de judoka. "Ik wil graag het podium halen. Makkelijk wordt dat niet, maar het is een mooie uitdaging. Mijn categorie (-81 kg, red.) is altijd een zware."
"Er is nu ook een nieuwe generatie jonge judoka's met veel talent. Er wordt al enkele jaren veel naar mij gekeken. Zo kan ik niet altijd mijn beste judo bovenhalen, maar dat ben ik gewoon. Het is een kwestie van voldoende te blijven innoveren en zo mijn tegenstanders proberen te verrassen."
Er wordt al enkele jaren veel naar mij gekeken. Zo kan ik niet altijd mijn beste judo bovenhalen, maar dat ben ik gewoon. Het is een kwestie van voldoende te blijven innoveren.
Een jaar voor de Spelen is Boedapest een piekmoment. "Ik werk aan mijn judo en probeer veel zaken uit. Zo weet ik wat er kan lukken en wat niet. Dat lukt het best op training."
"Daarom doe ik niet te veel competities en kan ik de trainingsintensiteit zo hoog mogelijk houden. Op de Spelen moet mijn judo helemaal op punt staan. Dan moet ik zonder te veel nadenken de mat opstappen. In Parijs moet ik op mijn best zijn."
In de Franse hoofdstad zal hij weer Tato Grigalasjvili, zijn grote rivaal uit Georgië, ongetwijfeld ontmoeten. Op het WK in mei in Doha verloor Casse de finale.
"Ik heb de finale al veel herbekeken", zei Casse nog. "De eerste keer deed het natuurlijk veel pijn. Het is moeilijk tevreden te zijn, want ik heb niet mijn beste judo kunnen laten zien."
"Als je het vervolgens nog een paar keer bekijkt, ebt dat pijnlijke gevoel wel een beetje weg. Het was ook niet mijn eerste verloren finale."
"Ik heb de partij goed geanalyseerd met de coach. Het is een dubbel gevoel, maar ik mag ook trots zijn op mijn WK. En het biedt veel perspectief naar de Spelen toe."
"Grigalasjvili? Ik heb een plan tegen hem"
Grigalasjvili was in de laatste twee WK's de boeman voor Casse. In 2021 veroverde onze landgenoot wel zijn tot dusver enige wereldtitel, ook in een finale tegen de Georgiër.
"De kans is groot dat ik hem nog vaak tegenkom in grote toernooien", gaf Casse aan. "Ik heb ook een plan tegen hem. Het is niet makkelijk hem te kloppen, maar ik heb vertrouwen in mezelf."
"Ik heb voldoende ervaring en weinig bevestiging nodig. Ik focus ook niet enkel op Tato, er zijn nog veel goede judoka's. Dat heb ik vorige maand in Mongolië ook gezien. Ik hou al mijn tegenstanders goed in de gaten."
