Omarmd in de ene sport, maar verboden in de andere. De Internationale Wielerunie UCI zorgde gisteren voor een primeur door een renster te schrappen voor het dragen van een glucosemeter in koers. Dat roept uiteraard de nodige vragen op. Zoals: wat is het nut van het populaire snufje? En waarom mag het niet in de koers? Op zoek naar antwoorden.
Terug naar Berlijn, vorig jaar.
Eliud Kipchoge loopt er 2 uur, 1 minuut en 9 seconden op de marathon. Een waanzinnig wereldrecord. Aandachtige kijkers merken evenwel een klein bultje op onder zijn witte armstuk.
Wat daar zit? Een glucosemeter.
"Voor mij is dat een enorme mijlpaal geweest", zou de Keniaan daar later over zeggen.
Christoph Roosen, atletiekcoach van onder andere Mieke Gorissen, snapt de meerwaarde: "Want het zorgt ervoor dat je perfect kan inschatten hoe het met de energievoorraad gesteld is", meent hij.
"Leeglopen betekent tempo verliezen en stilvallen. Het geeft dus een schat aan informatie. Dankzij die meter zie je ook welke voeding werkt en niet werkt.”
Conservatieve houding
Gisteren was de glucosemeter ook plots een groot thema in de wielerwereld.
Kristen Faulkner verloor namelijk haar derde plaats in de Strade Bianche omdat ze tijdens de koers zo'n sensor droeg. En dat is - voor renners die geen suikerziekte hebben - verboden volgens de regels van de UCI.
Toen steeds meer wielerteams een samenwerking sloten met een "glucose-partner" was de Wielerunie er in 2021 snel bij om het grote wetboek aan te passen.
Op training mag de meter wél door iedereen gebruikt worden. Onder meer Jumbo-Visma is een groot believer. Zo trainde Wout van Aert op stage nooit zonder zo'n sensor op de arm.
Roosen begrijpt de conservatieve houding van de UCI niet. "Mechanisch platvallen - een lekke band bijvoorbeeld - mag opgelost worden door een volgauto, maar energetisch platvallen niet?"
Ook EF-ploegbaas Jonathan Vaughters uitte in 2021 al zijn ongenoegen over het verbod: "Als ze het niet snappen, bannen ze het."
Bij de UCI verdedigden ze de regel in het verleden door te stellen dat renners geen machines mogen worden: "Supporters willen verrassingen en onvoorspelbaarheid", aldus Michael Rogers, chef innovatie bij de UCI. "Anders zouden jonge renners ook niet leren luisteren naar hun lichaam."
Verschil tussen atletiek en wielrennen
Volgens Roosen zijn er nochtans ook veel voordelen verbonden aan de glucosemeter. “Iedereen weet dat topsporters worstelen met hun gewicht", klinkt het bij de atletiekcoach.
"Ze gaan tot op en over het randje om toch maar vooral niet te veel te eten. Als je die waarden leert interpreteren, gaan sporters net zien dat ze er baat bij hebben om voeding in te nemen."
Toch zweren niet alle sporters bij de nieuwe technologie. Onder meer marathonloper Koen Naert, die de sensor wel zou kunnen dragen in races, gebruikte het nog nooit.
De meerwaarde voor topsporters ligt niet altijd in balans met de inspanning om het vol te houden en te leren.
"Ik ben nochtans diabeteseducator", grijnst hij. "Ik heb het overwogen, maar de meerwaarde voor topsporters ligt niet altijd in balans met de inspanning om het vol te houden en te leren."
"Het lichaam is gigantisch complex en er zijn heel veel variabele factoren die een invloed hebben op de glucosewaarden. Uiteraard zijn er heel interessante dingen uit te halen, maar dat kan ook door het eenmalig te testen bij simulaties op training of in een wedstrijd.”
Naert meent dat er ook een belangrijk verschil is tussen atletiek en wielrennen. “Als wij vertrekken in een marathon zijn we op onszelf aangewezen en mogen we geen info verkrijgen van buitenaf. Stel dat je met de sensor detecteert dat je waardes gaan zakken, kun je niet meer ingrijpen."
75 euro voor 14 dagen
Inspanningsfysioloog Dominic De Caluwé gaat mee in het verhaal van Koen Naert.
"Ik merk dat velen best wel kort door de bocht gaan als het over glucosemeters gaat", benadrukt hij. "Het lichaam is geen computer. Niet alle toegevoegde suikers hebben per definitie het gewenste effect. En bovendien is de lactaatdrempel minstens even bepalend als de bloedsuikerspiegel."
Naast een stevig prijskaartje - een sensor zoals bij Van Aert kost makkelijk 75 euro en gaat maar 14 dagen mee - is er ook nog de mentale component.
"Niet iedereen kan ermee om dat die glucosemeter alles registreert", weet De Caluwé. "En net die stresshormonen hebben een grote invloed op het wegwerken van het lactaat.”
Aan u om te bepalen of het de investering waard is.