Voor Mathieu van der Poel (28) verloopt de opbouw richting klassiekers voorlopig zonder goede resultaten. De Nederlander denkt dat hij ook in de Tappa dei Muri van vandaag geen rol van betekenis zal spelen. "Ik had verwacht al iets beter te zijn, maar ik panikeer zeker nog niet."
De zegeteller van Mathieu van der Poel is in Tirreno-Adriatico nog niet in gang geschoten. De kopman van Alpecin-Deceuninck liet zich één keertje opmerken in de voorbereiding op de knappe sprintzege van Jasper Philipsen, maar daar bleef het voorlopig bij.
De Nederlandse alleskunner geeft aan dat hij nog niet top is. "Ik moet eerlijk zeggen dat mijn benen tot nu toe een beetje tegenvallen", windt Van der Poel er geen doekjes om. "Ik had misschien verwacht misschien iets beter te zijn al, maar ik denk wel dat dit me beter maakt naar de doelen die ik had."
"Ik heb uiteindelijk wel een paar keer goed kunnen helpen, maar voor mezelf had ik verwacht iets beter te zijn."
Van der Poel maakt zich nog geen zorgen. "De aanloop was heel kort. Ik heb uiteindelijk maar twee weken getraind na een week rust na het WK veldrijden. Ik heb deze koersen nodig om op mijn top van mijn kunnen te komen. Maar nogmaals: ik had verwacht iets beter te zijn."
De Tappe dei Muri is op papier iets voor Van der Poel. "Vandaag denk ik niet dat ik een rol zal spelen", drukt die de verwachtingen meteen de kop in. "Zeker niet met de benen van de afgelopen dagen. Misschien kan het vanuit een vroege vlucht, maar dat wordt heel lastig."
"Ik heb in 2021 al een soortgelijke etappe gewonnen en weet hoe goed ik moet zijn om te winnen. Ik denk niet dat ik momenteel op dat niveau zit. Maar ik panikeer zeker nog niet. Ik geloof erin dat dit me tot mijn beste niveau zal brengen."