Er gloort weer hoop aan de Belgische tennishorizon. Tennis Vlaanderen wil de jonge talenten voldoende (financiële) steun geven om zich volledig te kunnen ontplooien, maar de sportief directeur predikt ook realisme: "We moeten de voeten op de grond houden."
Het Young Talent Team bevat een 20-tal tennistalenten waarvan het gros traint in het topsportcentrum in Wilrijk. Die jongeren worden sportief begeleid, maar ook financieel.
"Zonder financiële omkadering is niets mogelijk", stelt sportief directeur Tom Devries duidelijk. "Je moet het complete plaatje aanbieden, zodat de spelers voldoende kunnen reizen en trainen."
"Veel jongeren zitten nu in de transitieperiode van de junioren naar het profcircuit. Dat zijn jaren waarin je lagere proftoernooien speelt met hogere kosten en minder prijzengeld. Dan is financiële steun noodzakelijk."
"De ranking zegt niet zo veel"
De inspanningen en investeringen werpen hun vruchten af: met Gilles-Arnaud Bailly, Alexander Blockx en Sofia Costoulas schieten de Belgische goudklompjes plots als paddenstoelen uit de grond.
Het doet zelfs een beetje dagdromen van de gouden jaren van Kim Clijsters en Justine Henin. "Dat is nog een hele lange weg", nuanceert Tom Devries meteen.
"Maar we hebben bij de mannen met de nummer 1 (Bailly) en 3 (Blockx) wel weer 2 spelers die elkaar pushen. Al zegt die ranking niet zo veel."
"Ik zeg niet dat ze richting de profs weer helemaal vanaf 0 beginnen, want ze hebben al ervaring opgedaan en dat nemen ze mee in hun rugzak. Maar ze beginnen weer onderaan de ladder."
De jongeren beginnen weer onderaan de ladder bij de profs.
"Het is heel belangrijk om de voeten op de grond te houden, om hard te werken en veel wedstrijden te spelen."
"En je moet leren omgaan met verlies. Dat is een valkuil, ja. Je moet geduld hebben. Je mag de resultaten niet te snel willen halen."