Het is te opvallend om te negeren. Voor een WK-finale ligt de grasmat van het peperdure Lusail-stadion er toch maar pover bij. In de kleine rechthoek moest er vooraf zelfs oplapwerk verricht worden.
Terreinverzorgers moesten vooraf kunstgras aanbrengen in de keeperszones om de schade weg te werken.
Door het grote aantal matchen dat er op korte tijd afgewerkt is in het stadion was averij natuurlijk niet ondenkbaar. Ook het klimaat in Qatar verhoogde de kans op beschadigingen.
Een team van minstens 20 terreinknechten per stadion moest de kwaliteit hoog houden, maar tijdens de finale kwam het gras toch opvallend snel los.
De grasmat is overigens afkomstig uit Zele in Oost-Vlaanderen. Het gaat telkens om een zogenoemde hybride grasmat: concreet injecteren machines kunstvezels tot 18 centimeter diep in het veld.
Op die manier kunnen de graswortels sterker verankeren. Dat moest ervoor zorgen dat de velden zelfs na enkele intensieve matchen er nog altijd goed bij liggen. Niet alleen esthetisch van belang, maar ook veiliger voor de spelers die daardoor blessures zouden vermijden.