In het voetbal zijn ze dagelijkse kost, in het wielrennen bijzonder ongewoon. Waarom zijn er in de koers amper transfers van renners met een lopend contract? En wat zijn dan de voorwaarden? Een inzicht in het zeldzame fenomeen van de wielertransfer.
Bom in het wielrennen.
Ondanks een lopend contract trekt Cian Uijtdebroeks van Bora-Hansgrohe naar Jumbo-Lease a Bike, zo beweert de Nederlandse formatie zelf.
De commotie rond de geclaimde overgang toont aan hoe zeldzaam het fenomeen van een transfer wel niet is in het wielrennen. Een groot contrast met het voetbal, waar spelers constant verhandeld worden. Renners wisselen bijna alleen van ploeg als hun contract afloopt.
Maar wat zijn de opties bij een transfer in het wielrennen eigenlijk?
Het drievoudige akkoord
Wanneer we een ervaren wielermakelaar de vraag stellen, doet hij ons het meest gebruikelijke scenario uit de doeken.
De belangrijkste voorwaarde is dat er een gezamenlijk akkoord gevonden moet worden tussen álle drie de partijen: de oude ploeg, de nieuwe en de renner.
UCI-regels staan tussentijdse transfers tussen 1 en 15 augustus - kijk naar Dylan Teuns - toe. Maar dat is dus een deal tijdens het lopende seizoen, niet aan het einde van het wielerproces.
Een renner die onder contract ligt kan in principe enkel vertrekken met de toestemming van zijn ploeg. Die kan tegenover de geïnteresseerde partij zijn voorwaarden opleggen. Concreet: een transfersom.
Dat bedrag zal door diverse factoren bepaald worden. Zoals het potentieel van de renner in de toekomst, zijn reeds bij elkaar gereden palmares en zijn algemene imago.
Hoeveel unieke talenten als Evenepoel en Uijtdebroeks ongeveer waard zijn? Geen enkele insider die er een bedrag durfde op te kleven, door het gebrek aan precedenten.
Herenakkoorden en clausules
Natuurlijk zijn er altijd uitzonderingen.
Een renner kan namelijk zijn arbeidsovereenkomst met de ploeg eenzijdig verbreken. In dat geval moet de “vertrekker” het nog te ontvangen loon voor de resterende duur van het contract betalen. Een som die dan vaak door de nieuwe werkgever wordt opgevangen.
Van deze optie maakte Uijtdebroeks op 1 december dus gebruik. Financieel zal de schade beperkt zijn, want door het relatief lage loon van de youngster zal de verbrekingsvergoeding laag liggen.
Bora-Hansgrohe lijkt nu via gerechtelijke weg Uijtdebroeks toch aan zijn contract te willen houden.
Zo’n geforceerd vertrek is trouwens een weinig populaire optie door de schade die het vaak toebrengt aan het imago van de renner.
In het wielrennen heerst er zelfs een ongeschreven herenakkoord dat er niet met renners gesproken wordt die nog elders onder contract liggen. Informele babbels met renners van wie de overeenkomst op middellange termijn afloopt, behoren wel tot de gangbare praktijken.
Een vertrek in onderling overleg is dat eveneens. Kijk naar de zaak-Tiesj Benoot. De renner voelde zich niet meer goed bij Team DSM en zag een uitweg door de interesse van Jumbo-Visma. Zijn oude ploeg werkte - na ontvangst van een transfersom? - vrijwillig mee aan een vertrek.
In contracten worden ook vaak clausules opgenomen die een vroegtijdige exit mogelijk maken. Bij Lotto-Soudal kunnen ze er tot hun grote spijt over meespreken. Meerdere renners konden bij degradatie uit de WorldTour het team gratis verlaten.
Economisch model
Vraag is nu of er de komende jaren een trendbreuk zal ontstaan in het wielrennen.
In het verleden hebben meerdere kopstukken uit het wielrennen al uitgesproken dat "voetbaltransfers" voor hun part wat vaker mogen.
"Voor mij liever meer dan minder", vertelde Patrick Lefevere daar ooit over in Het Nieuwsblad. "Het voetbal heeft altijd voorgelopen op de koers, wij nemen gestaag hun evoluties over. Bardiani en Androni Giocattoli maakten er hun businessmodel van."
"Ze deelden vierjarige contracten uit, in de hoop dat renners eerder worden weggekocht. Een ploeg die goed scout, mag daarvoor beloond worden. En het is een manier om in een sport zonder tv-gelden of ticketing toch een kas aan te leggen."
Je kunt een grote transfer in het wielrennen amper verzilveren.
Een makelaar met ruim 10 jaar ervaring treedt de CEO van Quick Step bij. "Want zo zou je ervoor zorgen dat ploegen rijker worden en meer investeren in de jeugd", klinkt het.
"Alleen laat het huidige economische model van onze sport dat nu niet toe. Je kunt een grote transfer in het wielrennen amper verzilveren. In het voetbal vloeien daar veel meer inkomsten uit voort, dankzij de verkoop van merchandising en hoog prijzengeld in bepaalde competities."