Kopzorgen voor Jonas Rickaert van Alpecin-Fenix: een van de beste loodsen in het peloton sukkelt met 2 problemen. Het ene is een "knik" en een vernauwing aan de vertakking van de linkerliesslagader. Het andere is enkel een "knik" in de rechterliesslagader. Wat betekent dit voor Rickaerts carrière? En wat betekent zo'n blessure voor het vervolg van een carrière als wielrenner? We staken ons licht op bij Rickaert zelf en Kris Van der Mieren, hoofdarts bij Belgian Cycling.
Een vernauwde liesslagader is een vrij gekend fenomeen. Het komt hoofdzakelijk voor bij wielrenners die vele kilometers afmalen.
Door het veelvuldig opheffen van het been - in de typische voorovergebogen houding op een koersfiets - komt er een afknapping van de slagader of het typische "knikje”.
In vele gevallen komt ter hoogte van het befaamde knikje een klein letsel aan de binnenkant van het bloedvat, waardoor het gaat verdikken. Dat herstelproces herhaalt zich keer op keer. Op termijn krijg je dus een vernauwing in die slagader.
"Iemand die af en toe gaat fietsen, zal er nooit last van krijgen”, vertelt sportarts Kris Van der Mieren.
Door de vernauwing komt er dus veel minder zuurstofrijk bloed in de spieren, waardoor het ene been na enkele uren fietsen nog perfect aanvoelt. Het andere been met de vernauwde liesslagader is helemaal verzuurd.
"Hoe dieper je in de beugel kruipt, hoe meer de slagader afgeknapt is en hoe meer je er last van gaat krijgen", aldus de bondsarts van Belgian Cycling.
"In België stonden ze niet te springen om me te opereren"
Jonas Rickaert kreeg voor het eerst last in Parijs-Nice, waar hij lichte pijn voelde. In Gent-Wevelgem kreeg hij meer last, omdat hij dieper in de beugel moest kruipen door het snellere tempo.
Op aanraden van de ploegarts van Alpecin-Fenix heeft hij drie tests laten uitvoeren voor de werking van het zenuwstelsel. Die waren negatief. Daarna heeft hij een CT-scan gedaan rond de werking van zijn liesslagader.
“De specialist zei: "De liesslagader zal het wel niet zijn, maar we doen deze test om zaken uit te sluiten”", vertelt Jonas Rickaert. "Later kreeg ik het resultaat dat die test wel positief was."
In het ziekenhuis van Roeselare en Gent stonden ze er weigerachtig tegenover, omdat het een te delicate operatie was en ze er te weinig ervaring mee hadden.
"In België stonden de chirurgen niet te springen om een operatie aan de liesslagader uit te voeren", zegt Rickaert. "Ze hebben me aangeraden om te stoppen met koersen, omdat het niet levensbedreigend is."
Dat was natuurlijk geen optie voor Rickaert, want anders zag hij zijn droomjob in duigen vallen.
"Een andere optie was om eens advies in te winnen in het Máxima MC ziekenhuis in Eindhoven", vertelt hij verder. "Daar gaan ze mijn linkerliesslagader aanpakken."
"Voorlopig blijven ze nog van de rechterliesslagader af, omdat het nog 100% zuurstofrijk bloed doorlaat. Zolang ik er geen last van krijg, is een operatie aan die liesslagader niet aan de orde."
(Lees verder onder de Instagram post)
"85% kans op volledig herstel, maar ook 15% op gedeeltelijk herstel"
"Bij een slagaderoperatie gaat geen enkele vaatchirurg op voorhand zeggen dat het eindresultaat 100% succesvol is", vertelt bondsarts Kris Van der Mieren. "Niemand kan op voorhand zeggen of een renner op zijn oude niveau terugkomt."
Dat bevestigt ook Jonas Rickaert. "Dr Schep, sportarts in het Máxima MC ziekenhuis, zei dat er 85% kans was op volledig herstel, maar ook 15% op gedeeltelijk herstel."
Er bestaat een waslijst aan profwielrenners die een liesslagaderoperatie hebben moeten ondergaan zoals Fabio Aru, Maud Kaptheijns, Theo Bos, Pauline Ferrand-Prévot, Steven Kruijswijk, Annemiek van Vleuten, Bert De Backer enzovoort.
De Luxemburger Bob Jungels werd in zijn beginperiode beschouwd als het grote allround talent van "The Wolfpack". Na een operatie heeft hij nooit meer zijn oude niveau gehaald.
"Wanneer je te snel start om de revalidatie aan te vatten, is de kans groter dat je het resultaat gaat benadelen"
Een “rustige” revalidatie is heel belangrijk. Het voorkomen dat er littekenweefsel
op de herstelde wonde komt, is cruciaal.
"Dan mag je nog door de beste chirurg geopereerd zijn: wanneer je te snel de revalidatie aanvat, is de kans groter dat je het resultaat gaat benadelen", vertelt de bondsarts.
Op de stelling dat elke wielrenner gretig is om snel te beginnen aan de revalidatie om zo sneller weer top te zijn, is sportarts Van der Mieren heel duidelijk.
“Soms kan het geen kwaad om iemand schrik aan te jagen om een duidelijk signaal te geven. De rest van hun carrière staat op het spel”, zegt Van der Mieren.
“Voordat ze de kantjes ervan af gaan rijden, zouden ze beter eens 2 keer goed nadenken”, vertelt hij verder. “Beter een maand te veel rust dan te snel te starten met de revalidatie.”
Soms kan het geen kwaad om renners schrik aan te jagen om een duidelijk signaal te geven. De rest van hun carrière staat op het spel. Voordat ze de kantjes ervan af gaan rijden, zouden ze beter eens 2 keer goed nadenken.
Na zijn operatie - die gepland staat op 23 juni - heeft Rickaert het advies gekregen van de arts om de eerste twee weken "platte rust" te nemen, omdat eerst de wonde - ter hoogte van de slagader - volledig genezen moet zijn.
Na twee weken start zijn revalidatie, waar hij stilletjes mag beginnen met wandelen, zwemmen en aquajogging om conditioneel niet te veel te verliezen.
"Na vier weken mag ik op de hometrainer beginnen te fietsen. Na enkele maanden volgt de koersfiets", vertelt Rickaert. "Volgens sportarts Dr. Schep zou ik na 5 à 6 maanden terug mogen koersen", besluit hij.