Drie landstitels op rij, straks nog eens de financiële jackpot en ook een nieuw stadion op komst. Club Brugge lijkt stilaan uit het zicht van de andere Belgische ploegen te verdwijnen. Dreigt een alleenheerschappij, zoals Bayern München in de Bundesliga? Een inschatting met sporteconomen en experts.
“We willen het Bayern van België worden.”
Tussen champagne en confetti onthulde Club-voorzitter Bart Verhaeghe vorig seizoen tijdens de titelviering de ultieme ambitie van blauw-zwart.
Eén jaar later staat de teller al op drie opeenvolgende kampioenschappen, terwijl ze in München al de tiende Bundesliga vierden.
Zou het ook in ons land zo’n vaart kunnen lopen?
Tegenstanders huiveren bij de gedachte, maar durven het scenario niet bij voorbaat weg te lachen als ze de opmars van Club aanschouwen. De successen zorgden de voorbije jaren voor een sneeuwbaleffect.
En straks komt er nog eens 30 miljoen euro prijzengeld van de Champions League bij. Plus normaal de transferinkomsten van Charles De Ketelaere en Noa Lang. In 2023 moet een gloednieuw stadion blauw-zwart helemaal de volgende dimensie inloodsen.
Grotere geldkloof in buitenland
Maar hoe groot is de kloof nú?
In het moderne voetbal is succes vaak rechtstreeks verbonden met financiële slagkracht. Kijk naar het schijnbare gemak waarmee Club in de wintermercato enkele miljoenen uitgaf om een scheve situatie recht te trekken.
Alleen: in vergelijking met het buitenland is de geldkloof tussen Club en de achtervolgers nog relatief beperkt. Dat bewijst een blik op de omzetcijfers.
Omzet | |
---|---|
België (2021) | 18% verschil |
Club Brugge | 85,06 miljoen |
Anderlecht | 72,58 miljoen |
Nederland (2021) | 170% verschil |
Ajax | 211,27 miljoen |
PSV | 78,74 miljoen |
Duitsland (2019) | 47% verschil |
Bayern München | 713,16 miljoen |
Dortmund | 484,54 miljoen |
Italië (2019) | 49% verschil |
Juventus | 621,46 miljoen |
Inter | 416,41 miljoen |
Het verschil tussen de financiële nummers één en twee is in ons land (18%) procentueel dus veel kleiner dan in Nederland (170%), Duitsland (47%) en Italië (49%).
"Wie denkt dat de kloof in het buitenland nog te overbruggen is, zal daar in België zeker van overtuigd zijn", vertelt sporteconoom Thomas Peeters.
"Momenteel zijn we op weg naar een scenario waarin Club dominant is - zeker als we dit seizoen mee zullen rekenen. Alleen is het zeker nog niet zoals in andere landen. Vooral omdat het heerschap daar veel langer aan de gang is. Amper vijf jaar geleden was Club nog kleiner dan Anderlecht."
Manchester United en Lyon waren ook ooit oppermachtig, maar staan nu ver van een landstitel.
Het is een stelling die collega-sporteconoom Trudo Dejonghe bevestigt. Ook hij verzekert dat de concurrentie allerminst de race verloren heeft.
"Want in het voetbal kan geld bijzonder snel verdampen. Door enkele gemiste transfers, bijvoorbeeld. Of als je een keer de inkomsten van de Champions League misloopt. Manchester United en Lyon waren ook ooit oppermachtig, maar staan nu ver van een landstitel."
Niet toevallig zijn dat twee clubs die in hun land "nieuwe rijken" naar de top zagen stormen. Geïnjecteerd door oliedollars namen Man City en PSG in sneltempo de macht over.
Zou die dreiging in het achterhoofd van Bart Verhaeghe gespeeld hebben, toen hij op de Bosuil verrassend stevig uithaalde naar de concurrentie?
De voorzitter van de landskampioen ziet (vaak buitenlandse) investeerders met een grotere portefeuille dan de zijne ons voetbal veroveren.
"Stel dat Paul Gheysens nog eens een kapitaalsverhoging van 50 miljoen doet...", merkt Dejonghe op. "Gekoppeld aan een goed beheer van die middelen moet Antwerp dan zeker in staat zijn om met Club de strijd aan te gaan."
Welke uitdager staat op?
Of dat op korte termijn met gelijke wapens zal zijn, is nog maar zeer de vraag.
Peter Vandenbempt voelde dat er de voorbije jaren toch een aardverschuiving heeft plaatsgevonden in het Belgische voetbal. "Ik denk dat Club de komende tien jaar structureel de sterkste zal blijven", meent de commentator.
"Dat betekent niet dat ze elk jaar kampioen zullen spelen - daar kan altijd iemand anders komen tussen fietsen - maar alle andere clubs zullen flink moeten bijharken."
En niet alleen door met euro's te gooien. "Club staat vooral boven de rest op vlak van onderliggende organisatie", duidt Vandenbempt. "Het kan geruisloos van coach wisselen, want die kan instappen in wat er al staat. Een basis in elkaar geknutseld door Michel Preud'homme, samen met Vincent Mannaert en Bart Verhaeghe."
Club staat vooral boven de rest op vlak van onderliggende organisatie.
Wanneer Vandenbempt het veld met uitdagers overschouwt, ziet hij dat ofwel het structurele óf het financiële ontbreekt.
"KAA Gent had met een gecorrigeerde winter de grote challenger kunnen zijn, maar het had de financiële mogelijkheden niet. Iedereen kent de situatie van Anderlecht, waar ze nog een tijdje een creatief beleid zullen moeten voeren. Racing Genk slaagt er dan weer niet in om constant te zijn. En Antwerp moet de centen nog beter zien aan te wenden - misschien zorgt Marc Overmars daarvoor."
De tijd moet uitwijzen of één van hen de sneeuwbal van Club kan stoppen.