De Sporza-wielerjury heeft voor elke belangrijke voorjaarsklassieker sterren uitgedeeld. Nu alle prijzen verdeeld zijn, staan ze stil bij wat hen is bijgebleven na de voorjaarscampagne van 2022. Vanochtend schotelden we u de eerste selectie voor, dit is het tweede deel.
1. José De Cauwer (cocommentator tv): "Ouderwetse aanval van Evenepoel"
Met een Belgische bril denk ik dan toch aan de laatste koers, het verhaal van Luik-Bastenaken-Luik. Zo'n aanval vanop La Redoute, dat was eigenlijk ouderwets.
Remco Evenepoel was bijna verplicht om daar aan te vallen. Maar als je zijn versnelling zag: waarom zou hij dat ook niet kunnen op de Roche-aux-Faucons? Dat heeft mij wel aan het denken gezet voor de komende edities.
Natuurlijk waren er veel emoties, maar zoals ik in onze analyse zei: zijn team en entourage hebben zelf ook meegewerkt aan alle zaken. Dat neemt echter niet weg dat je het ook mag en moet zeggen als het goed is.
Het plaatje viel zondag volledig in elkaar. De bevestiging of de bevrijding? Bevestigen vond ik niet nodig, want op zijn 22e heeft hij al zoveel gedaan. Maar het was vooral voor zichzelf, denk ik, een bevrijding.
2. Bert De Backer (analist): "De keuze van Pogacar en wielrennen anno 2022"
Als ik iemand een pluim moet geven, dan denk ik graag buiten de lijntjes en kom ik bij Tadej Pogacar terecht. Omdat hij niet gestart is in Luik-Bastenaken-Luik.
Hij koos voor zijn gezin en familie en het is bijzonder mooi dat hij als 23-jarige daar de waarde van beseft, dat hij zijn gezin zo hoog op zijn lijstje met prioriteiten zet. Ik weet niet of ik op die leeftijd hetzelfde gedaan zou hebben, want ik ben heel lang een vakidioot geweest.
Ik onthoud zeker ook de afdaling van Matej Mohoric in Milaan-Sanremo. Al denk ik er meteen bij: hopelijk wordt dit geen trend. Mohoric is bijzonder stuurvaardig en kan corrigeren, een normale sterveling slaagt daar niet in.
Ik zag ook het grote tandwiel bij Victor Campenaerts in Dwars voor Vlaanderen, die met dat grote buitenblad van de ongenaakbare toppers (even) wegreed in een afdaling. Die twee technische zaken hebben me verbaasd. Ik dacht: is dit het wielrennen anno 2022?
Het wielrennen is zo geprofessionaliseerd. Er wordt veel meer uit het lichaam gehaald dan vroeger en het potentieel wordt veel meer benut, maar toch dacht ik twee keer: moh!
Ze hebben technisch en tactisch nieuw potentieel aangeboord om het verschil te maken. Ik ben blij verrast, maar ik spreek me niet uit over de gevolgen. Want tegelijk moet je je hart vasthouden: iemand als Mohoric speelt - cru gesteld - op leven en dood.
3. Carl Berteele (radioverslaggever op de motor): "Wow-prestatie van Girmay"
Ik ben geen twijfelaar, maar dit voorjaar maakt het me jandorie niet makkelijk. Ik onthoud de prestaties van Tadej Pogacar in de Strade Bianche, Alejandro Valverde op zijn 41e in de Waalse Pijl en Remco Evenepoel in Luik-Bastenaken-Luik.
Bij dat drietal weet je echter dat ze dat in zich hebben of hadden: Pogacar heeft een gigantische motor, op Valverde zit er geen spatje verval en Evenepoel leeft voor Luik.
Mocht je die 3 zaken in januari voorspeld hebben, dan zouden velen je geloofd hebben. Mocht je toen echter gezegd hebben dat Biniam Girmay Gent-Wevelgem zou winnen...
Hij heeft echt geschiedenis geschreven. Ik wil dit voorjaar linken met een wow-prestatie: het meest verrassende, onverwachte en onvoorspelbare. Dan is zijn zege zo'n mooi verhaal, ook binnen dat proces van zijn ploeg.
4. Ine Beyen (cocommentator vrouwenwedstrijden): "De geboorte van de nieuwe Lotte Kopecky"
Als Belg ligt het voor de hand dat je kiest voor de winst van Lotte Kopecky in de Ronde van Vlaanderen, maar de Strade Bianche heeft toch nog een streepje voor.
Dat was - achteraf bekeken - de zege van de doorbraak. Vooral door de manier waarop ze het deed: die laatste bocht induiken, het afsnijden van Annemiek van Vleuten.
Ze deed dat zo koelbloedig, met zoveel bravoure en zelfvertrouwen. Dit was de geboorte van de nieuwe Lotte Kopecky!
5. Maarten Vangramberen (presentator en reporter): "Ook een Belgische kan de topkoersen winnen"
Ik ben op alle koersen geweest en toch kies ik een moment waar ik niet was: Lotte Kopecky die niet lost op Annemiek Van Vleuten op de Via Santa Caterina in Siena.
Daar is Lotte Kopecky een wereldtopper geworden.
Door een van de beste rensters van voorbije decennia niet te lossen is ze zelf toegetreden tot de wereldtop. En dat hebben we daarna nog gezien. Ze won de Ronde van Vlaanderen en had ook Parijs-Roubaix kunnen winnen.
Wat ik er fantastisch aan vind: je wist in de vrouwenkoers jarenlang bijna zeker dat een Nederlandse zou winnen.
Maar nu kan je bijna alle koersen kijken met de spanning dat ook wij iemand hebben die kan winnen. Zij was de beste Belg dit voorjaar, ze heeft de grootste koersen gewonnen.
6. Bram Tankink (analist): "De klasse van Dylan van Baarle"
Doe mij maar Dylan van Baarle in Parijs-Roubaix. Hij presteert al jaren zo constant en op Pasen kwam zijn klasse bovendrijven. Hij wordt nog altijd vaak onderschat, omdat tot die zondag een uitschieter ontbrak. Die zege in Roubaix heeft hij echt niet gestolen.
Ik zal ook blijven terugdenken aan de afdaling van Matej Mohoric na de Poggio. Die noem ik geniaal, maar tegelijk zeg ik meteen: ik moedig het niet aan voor andere renners of wielertoeristen.
De risico's zijn al zo verschrikkelijk hoog. Hoeveel harder en sneller kun je nog gaan met het gevaar voor je eigen leven? Je moet toch ergens beginnen te denken aan je eigen veiligheid.