Juan Cala, verdediger van Cadiz, ontkent dat hij Valencia-speler Mouctar Diakhaby racistisch bejegend heeft. Cala hield dinsdag een persconferentie om zijn versie van de feiten te geven. "Er zijn 20 of 25 camera's en wie weet hoeveel microfoons rond het veld, maar niemand heeft het opgepikt."
In een duel met Diakhaby krijg ik een slag. Ik protesteer, zoals iedereen dat zou doen, en terwijl ik naar achteren loop, valt hij mij af. Ik loop terug naar hem en het enige dat ik zei was me gerust te laten. Daarna liep ik opnieuw weg."
Het is op dat moment dat Diakhaby Cala ervan beschuldigt hem racistisch belaagd te hebben. "Ik zei hem dat ik dat niet gezegd heb, waarop hij mij een duw geeft. Nadien herhaal ik gewoon dat ik het niet gezegd heb."
"Nog voor het einde van de match veroordeelde iedereen mij, zonder dat ik mijn versie op de feiten had gegeven", zei Cala op de persconferentie. "Wat gebeurd is, is een mediacircus. Een publieke lynchpartij."
"Het beste wat ze hadden kunnen doen, is mij en Diakhaby samen in kamer zetten om te praten over wat er is gebeurd. Er zijn 20 of 25 camera's en wie weet hoeveel microfoons rond het veld, maar niemand heeft het opgepikt. Dus is er toch zeker twijfel over wat er gebeurd is?"
Cala voegde er nog aan toe dat hij er zeker van is dat er "geen racisme in het Spaanse voetbal is".
Diakhaby herhaalde intussen zijn beschuldigingen in een video die gepubliceerd werd op sociale media. "Twee dagen later ben ik gekalmeerd en wil ik praten. Zondag tegen Cadiz deed er zich een actie voor waarbij een speler mij verwenst", verklaarde hij.
"Dat is ontoelaatbaar en kan ik niet laten passeren. Jullie hebben mijn reactie allemaal gezien. Zoiets heeft geen plaats in het normale leven en al zeker niet in een respectvolle sport zoals voetbal."