De drie Europese clubcompetities zijn ondertussen drie of vier speeldagen ver in hun vernieuwde 'league phase'. Wat leverde dat al op voor de vijf Belgische vertegenwoordigers? Een tussentijdse balans van centen en coëfficiënten.
Prijzengeld: al meer dan 66 miljoen euro verdiend
Een van de beloftes waarmee de UEFA de Europese voetbaltoernooien nieuw leven inbliezen, was het opwaarderen van de prijzenpotten. Na vier speeldagen (3 in de Conference League, red) in de Europese 'league phases' hebben de Belgische clubs daar al de vruchten van mogen plukken.
In totaal streken de Belgische clubs samen al meer dan 66 miljoen euro aan prijzengeld op.
Het leeuwendeel van dat bedrag staat op het conto van Club Brugge, dat mocht grabbelen in de royale schatkist van de Champions League.
Als startpremie aan de ligafase ontving Club 18,62 miljoen euro plus nog eens een geschatte som van 18,4 miljoen uit de value pillar (een premie op basis van prestaties uit het verleden en de pot met tv-gelden).
Hun twee zeges leverden elk 2,1 miljoen of samen 4,2 miljoen op.
Zo totaliseert Club voorlopig een jackpot van nu al 41,22 miljoen euro.
verdiensten Club Brugge | |
---|---|
Startpremie Champions League | € 18.620.000 |
Geschatte value pillar | € 18.400.000 |
Wedstrijdpremies | € 4.200.000 |
= € 41.220.000 |
Anderlecht en Union treden aan in de tweede Europese competitie, maar vangen in vergelijking met Club slechts een peulenschil. Het startgeld in de ligafase van de Europa League bedraagt "maar" 4,31 miljoen euro. Plus een value pillar die nog niet helemaal vast staat.
Anderlecht, dat zich plaatste na een kwalificatieronde deed daar met zijn 3 zeges, elk goed voor 450.000 euro, en een draw (150.000 euro) nog anderhalf miljoen bij.
Union, dat ook een voorronde speelde, moet het voorlopig stellen met slechts twee gelijke spelen, goed voor een extra cheque van 300.000 euro.
Anderlecht komt zo voorlopig op net geen 6 miljoen euro, Union doet het met 4,785 miljoen.
verdiensten Anderlecht | |
---|---|
Voorrondepremie | € 175.000 |
Startpremie Europa League | € 4.310.000 |
Geschatte value pillar | € 2.000.000 |
Wedstrijdpremies | € 1.500.000 |
= € 7.985.000 |
verdiensten Union | |
---|---|
Voorrondepremie | € 175.000 |
Startpremie Europa League | € 4.310.000 |
Geschatte value pillar | € 2.000.000 |
Wedstrijdpremies | € 300.000 |
= € 6.785.000 |
Tot slot schuiven AA Gent en Cercle Brugge aan bij het buffet van de Conference League, maar daar valt het minste zoetigheid te rapen. Het startgeld in de competitiefase bedraagt er 3,17 miljoen euro. Plus opnieuw een value pillar die nog niet helemaal vast staat.
Beide teams doorworstelden op weg naar de ligafase drie Europese voorrondes, goed voor 525.000 euro aan voorrondepremies. AA Gent mag daar met zijn twee zeges nog 800.000 euro aan toevoegen, Cercle Brugge 533.000 euro.
Zo tikt Gent voorlopig af op ongeveer 5,4 miljoen euro, Cercle op 4,6 miljoen euro.
verdiensten AA Gent | |
---|---|
Voorrondepremie | € 525.000 |
Startpremie Conference League | € 3.170.000 |
Geschatte value pillar | € 1.000.000 |
Wedstrijdpremies | € 800.000 |
= € 5.495.000 |
verdiensten Cercle Brugge | |
---|---|
Voorrondepremie | € 525.000 |
Startpremie Conference League | € 3.170.000 |
Geschatte value pillar | € 500.000 |
Wedstrijdpremies | € 533.000 |
= € 4.728.000 |
Coëfficiënt: België houdt vlot stand op plek 8
Met een halve finale voor Club Brugge en achtste finales voor Union en Gent in de Conference League zorgden de Belgische clubs vorig seizoen voor ongeziene Europese successen.
Dat betaalde zich niet alleen financieel cash uit, maar ook in coëfficiëntpunten. Ons land totaliseerde zo een recordscore van 14.400 punten. Daarmee verstevigde België zijn achtste positie op de landenranking.
Ook dit seizoen hebben de vijf Belgische vertegenwoordigers al heel wat punten bij elkaar geharkt.
bijdrage Belgische clubs 2024-2025 | |
---|---|
Club Brugge | 10.0 |
Union | 2.0 |
Anderlecht | 9.0 |
AA Gent | 9.5 |
Cercle Brugge | 6.5 |
totaal = 37 = 7.400 |
Met die voorlopige buit van 7.400 punten houdt België vlot stand op de achtste plaats van de landenranking. Eerste achtervolger Tsjechië lijkt de kloof dit seizoen niet te kunnen overbruggen, maar nummer 7 Portugal loopt door een topseizoen wel verder weg.
Europese coëfficiënt | |||||||
---|---|---|---|---|---|---|---|
2020-2021 | 2021-2022 | 2022-2023 | 2023-2024 | 2024-2025 | totaal | ||
1. | Engeland | 24.357 | 21.000 | 23.000 | 17.375 | 9.428 | 95.160 |
2. | Italië | 16.285 | 15.714 | 22.357 | 21.000 | 8.750 | 84.106 |
3. | Spanje | 19.500 | 18.428 | 16.571 | 16.062 | 7.857 | 78.418 |
4. | Duitsland | 15.214 | 16.214 | 17.125 | 19.357 | 8.375 | 76.285 |
5. | Frankrijk | 7.916 | 18.416 | 12.583 | 16.250 | 8.071 | 63.236 |
6. | Nederland | 9.200 | 19.200 | 13.500 | 10.000 | 6.666 | 58.566 |
7. | Portugal | 9.600 | 12.916 | 12.500 | 11.000 | 9.200 | 55.216 |
8. | België | 6.000 | 6.600 | 14.200 | 14.400 | 7.400 | 48.600 |
9. | Tsjechië | 6.600 | 6.700 | 6.750 | 13.500 | 7.500 | 41.050 |
10. | Turkije | 3.100 | 6.700 | 11.800 | 12.000 | 5.700 | 39.300 |