De wetenschap achter het wereldrecord van Armand Duplantis: "Puur theoretisch kan je tot 8 meter springen"

 di 6 augustus 2024 16:03
Armand Duplantis verbrak zijn eigen wereldrecord met een sprong van 6,25 meter.

Alle ogen van de wereld waren gisterenavond gericht op Armand "Mondo" Duplantis. De Zweedse polsstokspringer verbrak gisteren niet alleen het olympisch record, ook zijn eigen wereldrecord ging eraan op 6,25 meter. Maar hoe doet hij dat nu juist? "Hij heeft de ideale lichaamsbouw", zegt wetenschapper Lieven Scheire.

Armand Duplantis had het olympisch record al verbroken op 6,10 meter en was al zeker van zijn tweede olympische titel, maar dat volstond niet voor de Zweed. Hij stelde zijn eigen wereldrecord van 6,24 meter nóg scherper en deed er een centimeter bij. Beide records staan nu dus op zijn naam met 6,25 meter.

 

Maar waar ligt de grens?

 

We nemen er even wat fysica bij. "Een polsstok is een soort van energie-opslagmechanisme", legt wetenschapper Lieven Scheire uit. "Het zet de voorwaartse snelheid van de aanloop om in opwaartse snelheid om over de lat te springen."

 

"Die voorwaartse snelheid wordt afgeremd door de stok neer te planten en de energie wordt omgezet in de plooiende polsstok. Als je dan heel goed timet, komt de polsstok terug recht en geeft die zijn energie terug af in de opwaartse beweging."

 

Duplantis traint naar eigen zeggen drie keer per week op zijn aanloop en maar één keer op de eigenlijke sprong. "Hoe sneller je aanloopt, hoe hoger de polsstok je in de lucht kan katapulteren. Alles begint dus bij de sprint."

Video niet meer beschikbaar
Onze excuses, maar deze video is niet langer te bekijken via sporza

Unieke combinatie

Elke polsstokspringer is vrij om te kiezen met welke stok die springt. Die kan variëren in dikte en lengte. "Maar hoe langer de polsstok, hoe moeilijker om die beweging uit te voeren, want je hebt niet genoeg snelheid en kracht om die opnieuw omhoog te laten komen nadat die geplooid is."

 

Een andere belangrijke variabele is de stijfheid van de polsstok. "Hoe stugger de stok, hoe meer kracht je nodig hebt om die te plooien."

 

Duplantis nam voor zijn derde poging een polsstok met een iets grotere stugheid. "Die heb je ook nodig als je over 6,25 meter wil springen. De kracht die je daarvoor moet ontwikkelen is zodanig groot, dat een te elastische stok door midden breekt of te hard plooit, waardoor je niet meer optimaal omhoog kan komen."

 

Polsstokspringen heeft een specifieke techniek en de atleten buigen hun lichaam op een bepaalde manier. "Het is acrobatie. De uitvoering moet heel juist zitten. De combinatie van kracht, timing en lenigheid is uniek voor het polsstokspringen."

Hier staat ingevoegde content uit een social media netwerk dat cookies wil schrijven of uitlezen (𝕏). U heeft hiervoor geen toestemming gegeven.

Bedankt mama en papa

"Duplantis heeft een ideale lichaamsbouw. Hij is de perfecte combinatie van nature en nurture. Met een polsstokspringer als vader en een zevenkampster als moeder, heeft hij genetisch veel meekregen."

 

"Daarnaast heeft hij zijn eerste polsstoksprong gedaan toen hij 4 jaar was. Als je op die jonge leeftijd al de feeling meekrijgt om met een polsstok te werken, is dat enorm belangrijk in de topatleet die hij is geworden."

 

Maar hoeveel hoger kan het nog?

 

"Een topsprinter als Usain Bolt loopt net onder de 45 km/u. Als een supermens zo snel sprint en dan met de perfecte techniek en zonder enige wrijving al die snelheid omzet in opwaartse kracht, kom je aan een theoretisch maximum van 8 meter."

 

Dat is een kleine 2 meter hoger dan zijn olympisch en wereldrecord. "Maar het is onmogelijk om dat zonder enige wrijving en optimaal om te zetten in opwaartse kracht. Bovendien ligt het zwaartepunt van de atleet een halve meter tot een meter boven de grond en duwt hij zichzelf nog eens op van de stok, maar je zou kunnen zeggen dat 8 meter een soort fysieke grens is."

 

Duplantis is nog maar 24 jaar en denkt nog lang niet aan stoppen. Hij hoopt ooit 6,30 of zelfs 6,35 meter te halen. "Dat lijkt mij gezien zijn progressie en leeftijd niet onmogelijk, maar het is moeilijk te voorspellen wat er nog kan qua menselijke acrobatie en qua technologie in de stok", besluit Scheire.