Op zaterdag 29 juni wordt in Firenze het startschot gegeven van de 111e editie van de Tour de France. Het wordt een atypische Ronde van Frankrijk met de allereerste Grand Départ in Italië en de Grande Arrivée in Nice op zondag 21 juli. In dit artikel bladeren we door het parcours.
De 111e editie van de Tour de France in een notendop:
- van zaterdag 29 juni tot en met zondag 21 juli
- allereerste start in Italië, voor het eerst is Parijs niet de terminus
- de Tour eindigt met een tijdrit in Nice (35 jaar na de laatste afsluitende chrono en het historische duel tussen Fignon en LeMond in Parijs)
- 8 vlakke ritten, 4 heuvelritten, 7 bergritten en 2 tijdritten
- 59 kilometer tegen de klok: 25 kilometer (7e rit) en 34 kilometer (21e rit)
- grindetappe in Troyes (9e rit)
- 4 aankomsten bergop: Pla d'Adet (14e rit), Plateau de Beille (15e rit), Isola 2000 (19e rit) en Col de la Couillole (20e rit)
- dak van de Tour: Col de la Bonette (2.802 meter) in de 19e etappe
- aantal hoogtemeters: 52.230 meter
Grand Départ: Italiaanse primeur met straffe antipasti
De geest van de Giro sluimert dit jaar nog meer dan anders rond in de Tour de France. Niet alleen door de dubbelplannen van Tadej Pogacar, ook door de allereerste Grand Départ op Italiaanse bodem.
Firenze ontvangt de Tour met open armen voor een Grande Partenza in een geel kleedje. De openingsrit op 29 juni is meteen een keiharde dobber en leent zich tot een agressief koersverloop.
Door de Apennijnen is een route met 3.600 hoogtemeters uitgetekend, een record voor de openingsdag van de Tour.
De laatste bult ligt op 25 kilometer van de finish, maar het kransje kanshebbers op de eerste maillot jaune zal door de glooiende wegen flink gedecimeerd zijn.
De geest van de Giro dus, maar ook de geest van Marco Pantani. Il Pirata is voorlopig de laatste renner die de dubbel realiseerde (in 1998).
In tempore non suspecto, nog voor Pogacar zijn Italiaans-Franse combine had aangekondigd, wilde de Tour al hulde brengen aan Pantani.
De eerste dag eindigt in Rimini, waar Pantani in 2004 het leven liet. De tweede rit vertrekt in zijn geboorteplaats Cesenatico en voert het peloton richting Bologna.
Die eerste zondag van de Tour heeft het karakter van een klassieker met opnieuw een flinke lading hindernissen.
De Gallisterna kennen we van het WK 2020 in Imola, de klim naar San Luca is de zware scherprechter uit de Giro dell’Emilia en duikt twee keer op. De laatste passage ronden we op ruim 10 kilometer van de aankomst in Bologna.
Week 1: Galibier, eerste tijdrit en gravelen
De parcoursbouwers zijn dit jaar niet echt gul geweest met sprintkansen. Het aantal verwachte massasprints schommelt tussen 5 à 8 stuks en de snelle mannen zullen geregeld flink uit hun pijp moeten komen om überhaupt te kunnen sprinten.
Dag 3 – weer een opvallend lange trektocht – is al bij al poeslief en in Turijn krijgen we het eerste sprintexamen.
Dinsdag wisselt het peloton onderweg Italië voor Frankrijk en dat gebeurt zowaar tijdens een korte Alpenetappe. Jawel, op dag 4 worden de klimmagen dus al gevuld.
De Galibier (2.642 meter) is het op één na hoogste punt in deze Tour. Nooit eerder ging de Tour zo vroeg in het parcours al zo hoog. Na de lange beklimming wacht nog een afdaling van zo’n 20 kilometer richting Valloire, geen onbelangrijke factor voor de waaghalzen onder de klimmers.
Wie maandag in Turijn gebuisd is, krijgt woensdag en donderdag een herexamen. De adempauze biedt twee kansen voor de snelle mannen, al moeten zij ook op hun hoede zijn voor windvlagen.
Net voor we het weekend induiken, worden de tijdritfietsen een eerste keer van stal gehaald. De eerste individuele chrono van deze Tour herbergt een technische route van 25,3 kilometer met halfweg een molshoop van 1,5 kilometer aan 6 procent.
Sprinten op zaterdag? Het heuvelachtige terrein zal de baroudeurs doen likkebaarden. Dit is hun uitgelezen kans om de sprinters een peer te stoven. Razen we toch met een grote groep naar de finish, dan is de hellende aankomst spek voor de bek van de krachtpatsers.
De eerste week afsluiten doen we in schoonheid. Of met de nodige stofbuien. Met 14 grindstroken, goed voor 32 kilometer over witte wegen, kan het aller-retourtje naar Troyes een sleuteletappe zijn. Met ook nog eens 2.000 hoogtemeters en 6 van de 14 stroken in de laatste 30 kilometer is er vuurwerk verzekerd.
Week 2: waaierwekker, Centraal Massief en weekend in de Pyreneeën
Saint-Amand-Montrond. Het Franse stadje, aankomstplaats daags na de eerste rustdag, doet wielerliefhebbers nu al watertanden.
In 2013 eindigde ginds een heroïsche waaieretappe waarin Mark Cavendish victorie kraaide. Met een beetje meeval moeten de sprinters én de klassementsmannen ook nu weer hun waaieralarm zetten.
Le Lioran, waar de 11e rit eindigt, roept dan weer fraaie herinneringen op aan Greg Van Avermaet, die er in 2016 het geel pakte na een straffe vlucht.
Wie het ritprofiel niet aandachtig bestudeert en vooral niet voldoende naar rechts wenkt, komt bedrogen uit.
Een veelvoud aan venijnige beklimmingen wordt namelijk opgespaard tot de laatste 50 kilometer. De lange tocht – weer meer dan 200 kilometer – door het Centraal Massief telt meer dan 4.300 hoogtemeters.
Aanvallers en sprinters maken met een tweedaagse de brug naar Pau en dan weet je dat de Pyreneeën om de hoek loeren. Het voorlaatste weekend staat dan ook in het teken van een kort, maar krachtig klautermenu.
Zaterdag is Pla d’Adet het eindstation, maar voor die aankomst bergop zetten de renners al hun tanden in de iconische Tourmalet en Hourquette d’Ancizan. In de jongste Vuelta zakte Remco Evenepoel door het ijs op de Tourmalet.
De afsluiter van de tweede week, op 14 juillet, is een volgende beuker en op papier de zwaarste etappe in deze Tour met 4.800 hoogtemeters.
De marathon wordt een heuse uitdaging voor de gele speerpunten, maar ook de snelheidsduivels zullen met de nodige zenuwen ontwaken. De Peyresourde volgt meteen na de start, waardoor de tijdslimiet een extra vijand wordt.
Met ook nog onder meer de Portet-d’Aspet als berghapje en route is Plateau de Beille een dessert om u tegen te zeggen.
Week 3: dak van de Tour en apotheose met slottijdrit
Na die loodzware kost in de Pyreneeën snijden we de slotweek aan met de allerlaatste kans voor de sprinters in Nîmes. Al zit ook hier met de Mistral-wind een addertje onder het gras.
Eén conclusie kunnen we dan al trekken: aangezien er geen Parijse wortel meer is, is het verhaal van de sprinters dinsdagavond 16 juli geschreven.
Voor die categorie breekt dan een lange overlevingstocht aan tot in Nice. De etappes naar Superdévoluy en Barcelonnette zullen de grote kanonnen nog even in de wachtkamer plaatsen en bieden kansen aan aanvallers of renners die hun blazoen nog een beetje willen oppoetsen met een lange vlucht.
Die eerste hapjes in de Alpen zijn niemendalletjes tegenover de kanjers die op vrijdag 19 juli geserveerd worden.
Isola 2000 is de eindhalte van een copieuze tocht over de Col de Vars en de Cime de la Bonette, twee keer buiten categorie.
Met een piek van 2.802 is die Col de la Bonette de hoogste weg van Frankrijk en uiteraard dus ook het dak van de Tour.
Het drieluik van de waarheid vloeit op de voorlaatste dag van deze Tour over in een nieuwe loodzware bergrit.
We stijgen niet meer boven de 2.000 meter-grens uit, maar het aantal hoogtemeters (4.600) voorspelt weinig goeds.
De Col de Braus, de Col de Turini, de Col de la Colmiane en de aankomst op de Col de la Couillole kennen we uit Parijs-Nice.
Parijs is nog ver, Nice niet meer. Er volgt zowaar geen parade in de Franse hoofdstad, maar wel een laatste uur van de waarheid.
Voor het eerst sinds de legendarische ontknoping in 1989 krijgen we een tijdrit als sluitstuk. Tussen Monaco en Nice is een route van 35 kilometer uitgetekend.
Het wordt geen strandwandeling langs de Franse Riviera, wel een pittig nagerecht met La Turbie en de Col d'Eze. Een afdaling voert de coureurs dan richting de Promenade des Anglais in hartje Nice.
De slotstreep ligt op Place Masséna, waar we na 3 weken de opvolger van Jonas Vingegaard kennen.
Gerelateerd:
rit | datum | start - finish | type rit | totaal | winnaar | leider | |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|
1 | 29/06 | Firenze - Rimini | semi bergetappe | 206 km | Romain Bardet | Romain Bardet | |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
2 | 30/06 | Cesenatico - Bologna | semi bergetappe | 199,2 km | Kévin Vauquelin | Tadej Pogacar | |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
3 | 01/07 | Piacenza - Turijn | vlak | 230,8 km | Biniam Girmay | Richard Carapaz | |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
4 | 02/07 | Pinerolo - Valloire | bergetappe | 139,6 km | Tadej Pogacar | Tadej Pogacar | |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
5 | 03/07 | Saint-Jean-de-Maurienne - Saint-Vulbas | vlak | 177,4 km | Mark Cavendish | Tadej Pogacar | |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
6 | 04/07 | Mâcon - Dijon | vlak | 163,5 km | Dylan Groenewegen | Tadej Pogacar | |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
7 | 05/07 | Nuits-Saint-Georges - Gevrey-Chambertin | tijdrit | 25,3 km | Remco Evenepoel | Tadej Pogacar | |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
8 | 06/07 | Semur-en-Auxois - Colombey-les-Deux-Églises | semi bergetappe | 183,4 km | Biniam Girmay | Tadej Pogacar | |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
9 | 07/07 | Troyes - Troyes | vlak | 199 km | Anthony Turgis | Tadej Pogacar | |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
rustdag 08/07 | |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
10 | 09/07 | Orléans - Saint-Amand-Montrond | vlak | 187,3 km | Jasper Philipsen | Tadej Pogacar | |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
11 | 10/07 | Évaux-les-Bains - Le Lioran | semi bergetappe | 211 km | Jonas Vingegaard | Tadej Pogacar | |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
12 | 11/07 | Aurillac - Villeneuve-sur-Lot | semi bergetappe | 203,6 km | Biniam Girmay | Tadej Pogacar | |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
13 | 12/07 | Agen - Pau | vlak | 165,3 km | Jasper Philipsen | Tadej Pogacar | |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
14 | 13/07 | Pau - Pla d'Adet | bergetappe | 151,9 km | Tadej Pogacar | Tadej Pogacar | |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
15 | 14/07 | Loudenvielle - Plateau de Beille | bergetappe | 197,7 km | Tadej Pogacar | Tadej Pogacar | |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
rustdag 15/07 | |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
16 | 16/07 | Gruissan - Nîmes | vlak | 188,6 km | Jasper Philipsen | Tadej Pogacar | |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
17 | 17/07 | Saint-Paul-Trois-Châteaux - Superdévoluy | semi bergetappe | 177,8 km | Richard Carapaz | Tadej Pogacar | |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
18 | 18/07 | Gap - Barcelonnette | semi bergetappe | 179,5 km | Victor Campenaerts | Tadej Pogacar | |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
19 | 19/07 | Embrun - Isola 2000 | bergetappe | 144,6 km | Tadej Pogacar | Tadej Pogacar | |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
20 | 20/07 | Nice - Col de la Couillole | bergetappe | 132,8 km | Tadej Pogacar | Tadej Pogacar | |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
21 | 21/07 | Monaco - Nice | tijdrit | 33,7 km | Tadej Pogacar | Tadej Pogacar |