Spring naar de inhoud

De keerzijde van de medailles: hoe het succesvolle EK op de piste de plannen voor Parijs in de war kan sturen

De keerzijde van de medailles: hoe het succesvolle EK op de piste de plannen voor Parijs in de war kan sturen
 ma 15 januari 2024 11:57

Hoerastemming in het Belgische kamp met 6 medailles op het EK baanwielrennen in Apeldoorn. De ideale voedingsbodem richting de Olympische Spelen in Parijs? Niet helemaal, want niet alle vragen zijn beantwoord. Meer nog: plots liggen er zelfs extra vraagstukken op de Belgische tafel. Blader mee door het draaiboek van de Belgen.

1. Omnium bij de vrouwen

Lotte Kopecky ontpopte zichzelf nog eens tot koningin van de piste, maar hoe verbluffend haar dubbele shift zaterdagavond ook was, de puntenkoers en de afvalling zijn geen olympische disciplines en krijgen dus geen weerklank in Parijs.

 

Het omnium staat wel op het olympische schema en de meerkamp bij de vrouwen zou de grootste medaillekans voor Kopecky moeten zijn. Op papier althans, want op de kampioenschappen lijkt er wel een vloek te rusten op het onderdeel.

 

Kopecky loste de verwachtingen niet in met een 7e plaats. "Ik ben ook maar een mens", haalde ze aanvankelijk haar schouders op. "Het was een ontgoocheling, maar ik kan mij er wel bij neerleggen."

Het omnium? Het was een ontgoocheling, maar ik beschik in deze fase van het seizoen nog niet over mijn beste benen. 

Lotte Kopecky

Het omnium bestaat uit 4 wedstrijden: de scratch, de temporace, de afvalling en de puntenkoers. De eerste twee onderdelen liggen Kopecky duidelijk minder en ze steekt haar afkeer ook niet weg. "Ik vind het een kwelling", gaf ze in Nederland aan.

 

Een topper als Kopecky kan in de tweede helft van de meerkamp nog wel terrein goedmaken, maar dan moet ze over haar allerbeste benen beschikken - "Het is januari en dus zit ik nu nog niet in mijn beste conditie" - en moet ze een gepast antwoord kunnen formuleren op de tactiek van haar concurrentes.

 

Kopecky bekeek vrijdagavond de beelden en stelde vast hoe ze echt wel geviseerd werd in het tweede deel van het omnium, waardoor haar inhaalbeweging niet vruchtbaar genoeg was.

 

Dat stelde haar een beetje gerust, maar in Parijs mag de achterstand halfweg niet te hoog zijn, want anders koerst ze weer met enkele blokjes aan het been.

 

Met Jennifer Valente, Amalie Dideriksen en Katie Archibald - allen afwezig in Apeldoorn en de nummers 1, 2 en 4 van het jongste WK - zal de concurrentie bovendien alleen maar toenemen.

 

"Meerdere toppers kan net een voordeel zijn voor Lotte. De rest zal dan niet alleen haar achterwiel viseren", schat bondscoach Kenny De Ketele in.

 

"Eén slechte wedstrijd wil niet zeggen dat de rest ook zo zal zijn", blijft Kopecky overtuigd van haar medaillekansen. 

2. Ploegkoers bij de vrouwen

Een donderslag bij heldere hemel was het niet. Net tijdens het EK werd de schorsing van Shari Bossuyt na een afwijkende dopingplas bevestigd. Bossuyt, de vaste partner van Lotte Kopecky in de koppelkoers, mist dus de Spelen.

 

Dat nieuws zat al een tijdje in de pijplijn waardoor Kopecky mentaal al afscheid had genomen van de ploegkoers. Argumenteerde de technische staf ook nog: "In Parijs staat de ploegkoers voor het omnium geprogrammeerd. Die madison is risicovol en we willen het omnium niet in gevaar brengen."

 

Onder meer tijdens de Zesdaagse van Gent had Kopecky de deur nog op een kiertje laten staan en sloot ze haar deelname niet volledig uit, of toch niet met zoveel woorden. 

De ploegkoers? We gaan niet halsoverkop van beslissing veranderen. Op dit moment blijf ik bij mijn plan om enkel het omnium te rijden in Parijs.

Lotte Kopecky

Met of zonder Kopecky, België zal sowieso een duo in de baan gooien in Parijs. Met Katrijn De Clercq (21) als certitude en onder meer Hélène Hesters (19) als mogelijke metgezel. Het doel: stelen met de ogen, ervaring opdoen richting Los Angeles 2028.

 

Het was dan ook best verrassend dat Kopecky zich alsnog engageerde voor de ploegkoers op dit EK en dat was geen onverdeeld succes. Integendeel: het zilver voor het Belgische koppel was vooraf niet ingecalculeerd.

 

Betekent die 2e plaats dat Kopecky zich met De Clercq alsnog op een tweede pisteluik zal storten in Parijs? "We gaan niet halsoverkop van beslissing veranderen. Op dit moment blijf ik bij mijn plan om enkel het omnium te rijden in Parijs", aldus Kopecky.

 

"Al zeg ik daarmee niet dat dat niet meer kan veranderen", hield ze echter toch nog een slag om de arm.

 

Bij de bondscoach kon je tussen de lijnen ook wel lezen hoe laat het was. "Er is sowieso potentieel met het oog op de Spelen. Misschien nog niet meteen voor Parijs, maar zeker voor erna. Het is iets om aan op te trekken."

3. Ploegkoers bij de mannen

Bij de mannen bevat het schaakbord nog meer twijfelgevallen. En Apeldoorn heeft de puzzel niet makkelijker gemaakt.

 

Ons land mag komende zomer 4 pistiers afvaardigen op de wielerbaan van Saint-Quentin-en-Yvelines door de (bijna zekere) kwalificatie van de achtervolgingsploeg, al bestaat daar dus nog geen zekerheid over.

 

Een mooi surplus, maar belangrijke kanttekening is wel dat de deelnemers aan het omnium en de ploegkoers ook uit dat kwartet moeten komen.

 

Gezien de zeer beperkte medaillekansen op de achtervolging - een nummer met meer kans op slagen in LA 2028 - wordt dat plan opgeofferd om de kansen op het omnium en de madison te vrijwaren.

 

Lindsay De Vylder is normaal een certitude als passe-partout en gezien zijn volwaardige baanaderen, een plan dat ook volledig ondersteund wordt door zijn werkgever (ook op de baan) Flanders-Baloise.

De Vylder vormde al vaker een succesvolle tandem met Robbe Ghys, zo bewezen ze enkele maanden geleden nog maar eens in 't Kuipke. Maar in Apeldoorn werd het koppel uit elkaar getrokken en werd Fabio Van den Bossche aan De Vylder gelijmd.

 

Hun 5e plaats was geen voltreffer, maar Van den Bossche dikte zijn kandidatuur wel aan door brons weg te kapen in het omnium.

 

Ghys kon zijn plaats in de pikorde dan weer niet handhaven na een complete offday in de puntenkoers (geen olympisch nummer).

 

"Na de rampzalige puntenkoers is het moeilijk om mijn hoofd niet te laten zakken en om te geloven dat ik nog iets kan doen op de piste", schreef hij op Instagram. "Het zal tijd vragen."

Hier staat ingevoegde content uit een social media netwerk dat cookies wil schrijven of uitlezen (Instagram). U heeft hiervoor geen toestemming gegeven.

Gunt bondscoach De Ketele zijn oude pistemaatje die tijd nog? "Er zijn van die dagen dat er niets lukt. Robbe heeft geen al te beste weken achter de rug", doelde De Ketele op Ghys' ziekte tijdens de eindejaarsperiode.

 

Volgens de bondscoach zullen we binnenkort wel "weer een andere Robbe zien", maar De Ketele stuurde toch een duidelijke vuurpijl af.

 

"Ik moet toch soms aan de mouwen trekken om hem genoeg te zien. Deze week was dan ook een wake-upcall, ook voor zijn entourage. De piste is niet zomaar een lachertje."

 

Ghys oriënteert zich ook op de weg en broodheer Alpecin-Deceuninck lijkt de voorkeur te geven aan dat luik. Zo staat Ghys op de longlist voor de Tour als een van de mogelijke loodsen voor Jasper Philipsen.

 

Helt de weegschaal dan meer en meer over naar Van den Bossche, overigens ook een Alpecin-renner? Hij verstopt zijn ambitie niet, bondscoach De Ketele schrijft Ghys niet af. "Ik heb er genoeg gesprekken met hem over gehad de voorbije week. Ik denk dat het wel goedkomt."