Vingegaard, Pogacar, Evenepoel en co. weten waar ze volgend jaar aan toe zijn. Het Tourparcours 2024 heeft heel wat lekkers in petto, maar vooral de zware gravelrit op de tiende dag lijkt nu al een sleutelmoment te gaan worden. "Het wordt chaos, maar ASO wil het gravelmomentum aangrijpen."
Het debuut van Evenepoel, een start in Italië en voor het eerst geen aankomst in Parijs: de Tour 2024 staat bol van de primeurs. Maar de grootste blikvanger in La Grande Boucle volgende zomer wordt wellicht het gravelspektakel in rit 9.
Uniek zijn gravelwegen in de Tour allerminst - in de vooroorlogse edities waren onverharde wegen de norm in de Ronde van Frankrijk. Een sporadisch grind-digestiefje, zoals de uitloper van La Planche des Belles Filles, deed het peloton in recente jaren nog eens proeven van de witte wegen.
Maar een zware gravelrit met maar liefst 14 onverharde stroken, dat is nieuw voor het hedendaagse Tourpeloton. Etappe 9 leidt volgend jaar het circus naar het departement van de Aube, waar rond de stad Troyes een namiddag stof happen gepland staat.
Naar voorbeeld van Tour Femmes
Organisator ASO baseerde zich voor de etappe op een gelijkaardige rit in de Tour de France Femmes van 2022. Nog voor de eerste trap toen werd gezet in startplaats Troyes, deed die rit al heel wat stof opwaaien. "Ik hou van de Strade Bianche, maar in de Tour is dit echt onnodig", brieste Annemiek van Vleuten.
Ook de staat van de Franse wegen - een pak ruiger dan de sterrato in Toscane - was voer voor discussie. Sporza-analist Bert De Backer vond de rit niet thuishoren in een Tour, wielercolumnist Thijs Zonneveld stelde vast dat het gravel "veelal stenen en soms zelfs halve rotsen" waren.
De etappe werd uiteindelijk gewonnen door Marlen Reusser na een knappe solo, maar veel rensters bleven niet gespaard van pech. De uiteindelijke eindwinnares Van Vleuten kon de schade beperken ondanks enkele lekke banden, de Spaanse podiumkandidaat Mavi Garcia viel letterlijk weg.
Pech als doorslaggevende factor
Ook de mannen mogen zich nu dus opmaken voor een dagje chaos. Het doet terugdenken aan de beruchte Roubaix-ritten, die de afgelopen jaren enkele keren werden aangedaan.
"ASO wil nu vooral het gravelmomentum aangrijpen", ziet analist en fervent gravelaar Jan Bakelants. "Het gravel is populairder dan ooit, ook in de Giro zal volgend jaar een sterrato-rit zitten. En met de gravelrit in de Tour des Femmes vorig jaar heeft ASO een referentie."
Naast de 32 km op gravel is er ook nog wel 170 km op asfalt te rijden. Maar de bandenconstructeurs zullen zich in de handen wrijven.
"Die rit leverde toen veel spektakel op, dat zal nu niet anders zijn. Het wordt chaotisch, maar ik vind dat zo'n rit wel kan. Pech kan een doorslaggevende factor spelen, het zorgt voor een extra stressfactor. Maar de Tour duurt drie weken, er kan buiten die rit om nog zoveel gebeuren."
Vereist zo'n rit een andere aanpak, onder andere qua materiaal? "De teams zullen zich baseren op de Strade Bianche-fietsen. Naast de 32 km op gravel is er ook nog 170 km op asfalt te rijden. Het wordt qua materiaal dus een evenwichtsoefening, maar de bandenconstructeurs zullen zich in de handen wrijven."