Noah Lyles maakt het waar en is voor het eerst de sprintkoning op de 100 meter

9"65. Dat was de tijd die Noah Lyles als missie had geprikt voor dit WK in Boedapest.

Die Amerikaanse grootspraak kon hij niet waarmaken, maar Lyles bezweek niet onder de druk en maakte zijn favorietenrol op de 100 meter waar in 9"83, een bestewereldjaarprestatie.

Landgenoot Christian Coleman maakte de beste start, maar Lyles snelde toch duidelijk naar het goud.

De strijd voor de overige podiumplaatsen was een nagelbijter met de duizendsten die het onderscheid moesten bepalen. 

Letsile Tebogo, een 20-jarig supertalent uit Botswana, werd 2e. De Brit Zharnel Hughes 3e.

Vanaf woensdag jaagt Lyles ook op de titel op de 200 meter. 

In de halve finales waren er al (halve) verrassingen. Titelverdediger Fred Kerley eindigde 3e in zijn halve finale en stootte niet door. Hij sneuvelde met één honderdste.

“Mijn tegenstanders waren gewoon sterker dan ik”, bleef de 28-jarige Texaan sportief. “Het was een slechte race, maar het leven gaat door.”

De eliminatie van olympisch kampioen Marcell Jacobs was minder verrassend. De surprise van Tokio moddert sindsdien wat aan door veel blessureleed.

“Het is een moeilijk jaar geweest met te veel problemen”, reageerde de Italiaan. “Maar ik wilde hier lopen, want sommigen beweerden dat ik schrik had om deel te nemen tegen zware tegenstanders."

"Dat klopt niet. Als ik kan, dan loop ik. En ik was hier in Boedapest.”