Je kon er gif op innemen dat zowat elke reporter bij de start van het WK Mathieu van der Poel met dezelfde openingszin zou bestoken. Vorig jaar had hij een helse nacht in Wollongong achter de rug, in Schotland was het peis en vree.
"Heb je een betere nachtrust achter de rug dan bij het vorige WK?" Mathieu van der Poel had de vraag wel verwacht en begon te gniffelen.
"Slechtere nachtrust was niet mogelijk", antwoordde hij. "Dit is een WK waar ik al even naar uitkijk, zoals elk WK. Dit zou me kunnen liggen. Dus ik hoop dat ik goede benen heb vandaag."
"Het is een beetje moeilijk om te zeggen. Ik hoop natuurlijk dat ik goed zal zijn, maar voor mij is het ook de eerste keer dat ik na een grote ronde heb moeten doortrainen voor een doel. Ik hoop dat ik in orde zal zijn."
"Dit is misschien een parcours dat me goed ligt, maar het is niet zo dat de rest geen bocht kan nemen. In bochten zal je het verschil niet maken, het is een heel lastig parcours waar de sterkste vanzelf naar boven komt."
Wat heeft hij geleerd gisteren? "Dat het zaak is om vooraan te rijden. Achteraan stond de deur open."