De Grand Départ nadert met rasse schreden. In Bilbao wordt op zaterdag 1 juli het startschot gegeven van de 110e editie van de Tour de France. Wat moet je weten over wat de renners te wachten staat? Blader mee door de 21 gangen waar het peloton van het Baskenland tot in Parijs van zal smullen.
De Tour de France 2023 in een notendop:
- zaterdag 1 juli tot en met zondag 23 juli
- van Bilbao naar Parijs: 21 ritten en 3.405,6 kilometer
- van het Baskenland over de Pyreneeën, het Centraal-Massief, de Jura, de Alpen en de Vogezen tot in Parijs
- 30 cols van 2e, 1e en buiten categorie (een record)
- dak van de Tour: Col de la Loze (2.304 meter)
- 8 bergritten, 8 vlakke(re) etappes, 4 heuvelachtige ritten en 1 (klim)tijdrit
- 4 aankomsten bergop (Cauterets, Puy de Dôme, Grand Colombier en Saint-Gervais Mont-Blanc)
- terugkeer van bonusseconden (8, 5 en 2) op 6 beklimmingen
Het openingsweekend
Zet je schrap voor wat de parcoursbouwer presenteert als de zwaarste openingsetappe in de geschiedenis van de Tour.
Het Baskenland, daar waar koers net als in Vlaanderen religie is, organiseert de Grand Départ.
Met grofweg 3.300 hoogtemeters is de aller-retour in Bilbao een bijzonder linke opener.
De catalogus op dag 1 telt 5 hellingen, al is dat in het Baskenland zeer relatief. Vlakke wegen kom je er amper tegen.
De Côte de Vivero (op 27 km van de finish) zal de eerste zeef zijn, na de Côte de Pike (op 10 km van de finish) zal alleen de crème de la crème overblijven. De boniseconden werden er intussen geschrapt.
Met pentes tot 13 procent doet die laatste helling denken aan de Muur van Hoei.
Na een afdaling en een hellende slotkilometer kennen we de eerste maillot jaune in Bilbao.
Wordt dat meteen een favoriet voor de eindzege? Of overleven Wout van Aert en Mathieu van der Poel deze brutale dag?
Wie op dag 2 al een beetje wil uitblazen, kan zich maar beter geen illusies maken.
De beklimmingen lijken iets minder heftig, maar ook de 2e etappe grossiert in Baskische bulten.
ASO knipoogt naar de Clasica San Sebastian met de Jaizkibel als laatste hindernis in deze Tour.
In deze miniatuurversie wordt de klim weliswaar in omgekeerde richting gereden met de top op 16 kilometer van de witte lijn aan het strand van San Sebastian.
De streep is zo'n 7 kilometer na het einde van de afdaling gekalkt, een trend (finishen na een afzink) die nog zal opduiken in deze Tour.
Dag 2 is overigens de langste etappe, een expeditie van 209 kilometer.
Maar de Tour overschrijdt slechts 2 keer de kaap van de 200 kilometer, een groot contrast met de voorbije Giro.
Week 1: Pyreneeën en Domeback
Arme sprinters.
Zij worden op de eerste maandag getroost wanneer de Franse grens gepasseerd wordt.
Bayonne is ondanks de grillige aanhef normaliter een garantie op een sprint, een dag later moeten de snelheidsduivels ook brullen op het motorcircuit van Nogaro.
Al is die finish - een sectie vals plat - verraderlijk.
De Baskische gerechten zijn nog maar net verteerd of daar duiken de Pyreneeën al op.
Atypisch vroeg en behoorlijk beperkt, zeker in vergelijking met de Alpenreuzen die later aan bod komen.
In de 5e etappe op weg naar Laruns zijn de Col de Soudet en de Col de Marie Blanque de eerste cols van buiten categorie en 1e categorie, maar hun plek op het parcours is niet ideaal voor een volwaardige kamp tussen de zwaargewichten.
Dat gevecht zal een dag later niet uitgesteld worden. In de 6e etappe naar Cauterets staat de eerste aankomst bergop geprogrammeerd.
De Aspin en de Tourmalet (BC, eerste keer boven de 2.000 meter) als voorgerechten hoeven geen introductie.
Doorspoelen doen de sprinters vrijdag in Bordeaux, zaterdag moeten ze hun overlevingspakket inroepen bij de grillige slotfase in Limoges.
Die 8e etappe - in de achtertuin van de familie Van der Poel - lijkt dus weer een buitenkansje voor de avonturiers.
De uitsmijter - de 9e etappe - staat in het teken van de langverwachte terugkeer van de Puy de Dôme.
De Tour trekt dit jaar over 5 bergketens en brengt dus ook aan het Centraal-Massief een blitzbezoek.
Voor het eerst in 35 jaar fungeert de vulkaan van de Auvergne weer als finish.
Het werelderfgoed van UNESCO ademt wielergeschiedenis, denk aan de leverstomp die Eddy Merckx er in 1975 incasseerde.
Maar na 1988 waren de renners (of wielertoeristen) er niet meer welkom, zelfs niet voor een verkenning. Voor velen is het dus onbekend terrein.
In de marge van de Dauphiné kon onder meer Jonas Vingegaard toch eens op prospectie gaan, maar ASO moet het stukje natuurgebied beschermen en zal zeker in de (angstaanjagend zware) slotkilometers geen toeschouwers toelaten.
Krijgen we anno 2023 eindelijk nog eens een uitbarsting?
Week 2: Focus op drieluik in de Jura en de Alpen
Wie de eerste 9 dagen heeft bestudeerd, weet dat er van sightseeing weinig tot geen sprake zal zijn.
Je moet er meteen staan in het Baskenland en ook de Pyreneeën kunnen van deze Tour al snel een meeslepend verhaal maken.
ASO huivert van moments morts en stuurt aan op zoveel mogelijk moments forts.
Al kun je niet uitsluiten dat vooral de klassementsmannen bij het begin van de tweede week de voet even van het gaspedaal halen.
Zeker wanneer de klassementsdeur al in het slot gegooid zou zijn door het bommentapijt van in de eerste week.
De aanvallers worden daags na de eerste rustdag volledig op hun wenken bediend met een niet te onderschatten overgangsrit van meer dan 3.000 hoogtemeters.
Na een tussengerecht voor de sprinters krijgen de baroudeurs op donderdag 13 juli weer een vrijkaart.
Quatorze juillet, dat kan ASO natuurlijk niet negeren. De Franse nationale feestdag wordt opgevrolijkt met een dagje in de Jura.
De Grand Colombier - deze keer vanaf de langste zijde vanuit Culoz - is het volgende klauterexamen, al is die 13e etappe tot de slotklim een eitje voor alle profs.
Bij het voorlaatste weekend meren de renners aan in de Alpen, waar ze een tijdje zullen kamperen.
Morzine is uiteraard geen onbekende in de Tour en wordt bereikt na de beklimming van de Joux Plane, waar Lance Armstrong naar eigen zeggen in 2000 zijn "slechtste dag op de fiets" beleefde en waar Floyd Landis bij zijn verrijzenis buiten de lijntjes kleurde.
De klim zal schade veroorzaken, maar vooral de afdaling is snel en technisch en zal met het Zwitserse drama nog vers in het achterhoofd de nervositeit helaas alleen maar doen toenemen.
Een aanpassing op de valreep van dit traject - met bijvoorbeeld de finish op de top van de Joux Plane of nog een stukje verder in het dal - is niet uitgesloten.
Adam Hansen, vertegenwoordiger van de rennersvakbond, bevestigde dat er deze week nog overlegd wordt met ASO en de UCI.
Vergis je vooral niet: er ligt nog heel wat lekkers in de toonbank, maar daags voor de laatste rustdag krijgen we al de laatste aankomst bergop richting Saint-Gervais.
De toppers zullen ongetwijfeld eens flink rammelen, maar wellicht worden de grootste verschillen niet op deze dag opgemeten.
Week 3: Tijdrit, nog wat kanjers in de Alpen en de Vogezen
ASO en tijdritten, het lijken wel water en vuur. Pas daags na de laatste rustdag moeten de bolides afgestoft worden.
Met 22 tijdritkilometers bereikt het aantal een historisch dieptepunt, de parcoursbouwers van de Tour staken hun oorlog dus niet.
Te saai, te ouderwets en te weinig aantrekkelijk voor de tv-kijkers, zo argumenteren de Fransen.
Een tijdrit creëert bovendien volgens hun redenering vaak te vroeg te grote verschillen in het klassement, waardoor de strijd om het geel al te snel in steen gebeiteld zou zijn.
De pure specialisten zullen in Combloux ook al niet aan hun trekken komen. De term klimtijdrit is overdreven, maar de Côte de Domancy maakt de rouleurs het leven zuur.
Die bult was de trampoline voor Bernard Hinault tijdens zijn raid naar de regenboogtrui in 1980 en de klim wordt ook de scherprechter in het WK van 2027.
Volgen de renners hier wél het voorbeeld van de Giro met een fietswissel onderweg?
De moordende slotweek hield de Giro lange tijd in een wurggreep, in de Tour is het recept anders opgebouwd.
Er zijn in een eerder stadium bananenschillen en potentiële cliffhangers bij de vleet, niet toevallig heeft Netflix de weg naar de Ronde van Frankrijk gevonden.
De spreiding is veel groter, maar de koninginnenrit (ruim 5.000 hoogtemeters!) wordt ook in deze editie opgespaard tot de 17e etappe.
Met de piek op 2.304 meter is de Col de la Loze die woensdag het dak van de Tour. Zet je schrap voor pentes tot 24 procent!
In 2020 lag de finish op de top van dat beest, in deze bergrit volgt nog een afdaling en kickfinish in Courchevel.
Al wordt ook deze finale vanuit het veiligheidsperspectief nog bestudeerd.
Bij de presentatie in oktober sprak ASO over een 8-tal sprintkansen, maar dat lijkt toch een zeer optimistische inschatting. Een handjevol opportuniteiten, dat zal het min of meer worden.
Spurters die door alle cols nog niet zijn leeggezogen, kunnen in kippenstad Bourg-en-Bresse nog eens kakelen. Tom Boonen was er het haantje in 2007.
Daags voor het slotweekend lijkt het dubbeltje op de Belgische feestdag de kans op te vallen van de aanvallers.
Ligt het klassement na de Col de la Loze schijnbaar in een definitieve plooi, dan bieden de Vogezen nog een ultieme gelegenheid om de boel op stelten te zetten.
La Planche des Belles Filles wordt (eindelijk) ingewisseld voor een korte, maar bijzonder explosieve etappe.
Tussen Belfort en Le Markstein ligt een mijnenveld met onder meer de Ballon d'Alsace, de Col de la Schlucht, de Petit Ballon en de Platzerwasel.
Met dat laatste grillige examen bevestigt ASO nog eens de krijtlijnen van deze Tour: het mijdt de klassieke en gelijkmatige cols waarop de wattagemeters, treintjes en de rekenmachines regeren en het brandt met deze route vele kaarsen voor een explosieve en dynamische Tour. Jusqu'au bout.
Eindigen doen we met de parade in Parijs en het traditionele sprinters-WK op de Champs-Elysées.
Het wordt een extra prestigieuze ritzege, want door de Spelen in 2024 eindigt de Tour volgend jaar niet in de hoofdstad, wel in Nice.
Rond 19.30 u wordt er dus een punt gezet achter een Tour voor de klimmers die geen vleugje conservatisme wil en open moet blijven tot in Parijs.
"Omarm deze Tour met de mentaliteit alsof het je laatste koersdag kan zijn", leek ASO enkele maanden geleden te formuleren op zijn uitnodiging.
Al geeft die gedachte na de recente gebeurtenissen in de Ronde van Zwitserland een bijzonder wrange nasmaak.
Gerelateerd:
rit | datum | start - finish | type rit | totaal | winnaar | leider | |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|
1 | 29/06 | Firenze - Rimini | semi bergetappe | 206 km | Romain Bardet | Romain Bardet | |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
2 | 30/06 | Cesenatico - Bologna | semi bergetappe | 199,2 km | Kévin Vauquelin | Tadej Pogacar | |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
3 | 01/07 | Piacenza - Turijn | vlak | 230,8 km | Biniam Girmay | Richard Carapaz | |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
4 | 02/07 | Pinerolo - Valloire | bergetappe | 139,6 km | Tadej Pogacar | Tadej Pogacar | |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
5 | 03/07 | Saint-Jean-de-Maurienne - Saint-Vulbas | vlak | 177,4 km | Mark Cavendish | Tadej Pogacar | |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
6 | 04/07 | Mâcon - Dijon | vlak | 163,5 km | Dylan Groenewegen | Tadej Pogacar | |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
7 | 05/07 | Nuits-Saint-Georges - Gevrey-Chambertin | tijdrit | 25,3 km | Remco Evenepoel | Tadej Pogacar | |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
8 | 06/07 | Semur-en-Auxois - Colombey-les-Deux-Églises | semi bergetappe | 183,4 km | Biniam Girmay | Tadej Pogacar | |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
9 | 07/07 | Troyes - Troyes | vlak | 199 km | Anthony Turgis | Tadej Pogacar | |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
rustdag 08/07 | |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
10 | 09/07 | Orléans - Saint-Amand-Montrond | vlak | 187,3 km | Jasper Philipsen | Tadej Pogacar | |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
11 | 10/07 | Évaux-les-Bains - Le Lioran | semi bergetappe | 211 km | Jonas Vingegaard | Tadej Pogacar | |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
12 | 11/07 | Aurillac - Villeneuve-sur-Lot | semi bergetappe | 203,6 km | Biniam Girmay | Tadej Pogacar | |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
13 | 12/07 | Agen - Pau | vlak | 165,3 km | Jasper Philipsen | Tadej Pogacar | |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
14 | 13/07 | Pau - Pla d'Adet | bergetappe | 151,9 km | Tadej Pogacar | Tadej Pogacar | |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
15 | 14/07 | Loudenvielle - Plateau de Beille | bergetappe | 197,7 km | Tadej Pogacar | Tadej Pogacar | |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
rustdag 15/07 | |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
16 | 16/07 | Gruissan - Nîmes | vlak | 188,6 km | Jasper Philipsen | Tadej Pogacar | |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
17 | 17/07 | Saint-Paul-Trois-Châteaux - Superdévoluy | semi bergetappe | 177,8 km | Richard Carapaz | Tadej Pogacar | |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
18 | 18/07 | Gap - Barcelonnette | semi bergetappe | 179,5 km | Victor Campenaerts | Tadej Pogacar | |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
19 | 19/07 | Embrun - Isola 2000 | bergetappe | 144,6 km | Tadej Pogacar | Tadej Pogacar | |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
20 | 20/07 | Nice - Col de la Couillole | bergetappe | 132,8 km | Tadej Pogacar | Tadej Pogacar | |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
21 | 21/07 | Monaco - Nice | tijdrit | 33,7 km | Tadej Pogacar | Tadej Pogacar |