Jouw gids voor de Ronde van Zwitserland: zorgen Evenepoel en Van Aert voor Belgische glorie?

Wie de samenvatting van de Ronde van Zwitserland van vorig jaar leest, zal misschien wel even denken dat het een verslag van de Giro van dit jaar is.

In Zwitserland zagen we vorig jaar een beresterke Geraint Thomas, faam voor Andreas Leknessund, Thibaut Pinot en Nico Denz en een nipte tijdritzege van Evenepoel voor Thomas. Maar de grootste gelijkenis was nog het coronaspook.

Op dag 5 haalde Aleksander Vlasov de sloophamer boven. De zwaarste klap was voor Remco Evenepoel. Onze landgenoot verloor ruim 2 minuten en moest een kruis maken over het eindklassement.

Dankzij enkele coronagevallen kwam de leiderstrui uiteindelijk bij Sergio Higuita terecht. Met 2 seconden voorsprong op Geraint Thomas vatte hij de slottijdrit aan.

Maar daarin bleek de Brit niet één, maar meerdere maten te groot voor Higuita. Thomas won zo de Ronde van Zwitserland, al moest hij voor de dagzege wel een kleine Belg uit Schepdaal voorlaten.

In Zwitserland zijn ze trots op hun uurwerken. Dat heeft de parcoursbouwer van dit jaar nog maar eens bewezen. Niet 1, maar 2 ritten tegen de klok.

Op dag 1 wacht de renners een vlakke tijdrit van 12,7 kilometer. De tweede komt er op de slotdag en is met 25,7 kilometer dubbel zo lang. Twee korte klimmetjes kunnen nog voor spektakel zorgen.

Tussen beide tijdritten wordt het dag in dag uit klimmen geblazen. Etappe 2 herbergt nog de meeste kansen voor de snelle mannen, al krijgen de renners ook daar een glooiend parcours voorgeschoteld.

Vanaf dan lijken de aanwezige sprinters kansloos te zijn. Op dagen 3 en 4 eindigen de renners al meteen bergop. De klassementsmannen zullen zich dus niet al te lang kunnen verstoppen.

Etappe 5 geldt als de koninginnenrit van deze Ronde van Zwitserland. Met 211 kilometer en bijna 5.000 hoogtemeters mag er vuurwerk verwacht worden.

Vooral de Abulapas, 17,4 kilometer aan gemiddeld 6,8%, zal angst inboezemen. De streep ligt niet aan de top, maar na een 9,5 kilometer lange afdaling.

Toch worden de renners ook in de volgende dagen niet gespaard. Etappe 6 is met 216 kilometer de langste van de 8 en eindigt op een korte helling. Ook op dag 7, de laatste rit in lijn, zijn de heuvelspecialisten meer dan waarschijnlijk aan zet.

Geen Zwitserse Alpen voor de nummers 1 en 2 uit de Tour van vorig jaar. Vingegaard en Pogacar kiezen voor een andere voorbereiding.

Toch oogt het deelnemersveld nog steeds ronduit indrukwekkend.

Wereldkampioen Remco Evenepoel zal revanche willen voor vorig jaar en wordt, zelfs na een coronabesmetting, bij de favorieten voor het eindklassement gerekend.

Andere gegadigden voor de gele trui: de nummers 2, 3 en 4 van vorig jaar, Sergio Higuita (Bora-Hansgrohe), Jakob Fuglsang (Israel-Premier Tech) en Neilson Powless (EF Education).

Verder is het uitkijken naar de duo's Gino Mäder-Pello Bilbao (Bahrain) en Juan Ayuso-Jay Vine (UAE). Voeg daar nog Romain Bardet (DSM) en drievoudig ex-winnaar Rui Costa (Intermarché) bij en je weet dat het vonken zal geven.

Maar de meeste namen voor het eindklassement vallen in het niets bij de rij aan wereldsterren die mikt op de heuveletappes en tijdritten.

Alleskunners Wout van Aert, Biniam Girmay, Tom Pidcock en Filippo Ganna worden de absolute blikvangers.

Voor het werk tegen de klok krijgen ze concurrentie van onder meer Europees kampioen tijdrijden Stefan Bissegger (EF Education), zijn landgenoot Stefan Küng (FDJ) en voormalig Italiaans kampioen tijdrijden Matteo Sobrero.

Punchers als Marc Hirschi en Dylan Teuns kijken uit naar de heuveletappes. Arnaud Démare (FDJ), Tim Merlier (Soudal-Quick Step) en Peter Sagan (TotalEnergies) hopen dan weer op sprintkansen.

Aan sterren geen gebrek dus komende week.