München, 26 mei 1993. De finale van de allereerste Champions League, een duel tussen het ongenaakbaar geachte Milan en de underdog Olympique Marseille. Bij die laatste op de bank: Raymond Goethals. Onder aanvoering van 'den Tuveneir' mocht l'OM als bij wonder de beker met de grote oren in de lucht steken. Een unicum als Belgische trainer. Herbeleef hier nog eens die match van exact 30 jaar geleden.
Maldini, Baresi, Costacurta, Tassotti. Een defensief viertal dat aanvallers over heel Europa begin jaren 90 deed huiveren. Tel daar nog eens het Nederlandse trio Gullit, Rijkaard en Van Basten bij, en je komt uit op een ploeg die meedingt om de titel van beste elftal aller tijden.
Met titels in de Europacup 1 in 1989 en 1990 denderde Milan dan ook jaar na jaar doorheen het Europese voetbal. Tot in de kwartfinale in 1991 tegen Marseille de stadionverlichting bij een Franse voorsprong uitviel en de Milanese ploeg, ook na herstel, weigerde verder te spelen. Een 3-0-nederlaag, en dus uitschakeling, werd hen aangesmeerd. Met daarbovenop nog een uitsluiting voor het jaar nadien.
1992-93 moest dus het seizoen van de Europese revanche worden in de gloednieuw opgerichte Champions League. De geprikkelde "Rossoneri" wonnen dan ook al hun matchen en slikten amper één doelpunt, gescoord door een zekere Romario, op weg naar de finale. De tegenstander: uitgerekend Olympique Marseille, waar hun vorige campagne werd gestaakt.
Als overgrote favoriet begon de Milanese club van Silvio Berlusconi in München aan de finale. Ze konden het zich zelfs veroorloven iemand als Gullit uit de ploeg te laten. En recordtransfer Jean-Pierre Papin, gekocht voor 12 miljoen euro van - jawel - Olympique Marseille, mocht netjes op de bank beginnen.
Tegen het Italiaanse sterrenensemble kon de Franse ploeg namen zetten als Barthez, Desailly, Deschamps, Abedi Pele en Völler. Onder leiding van een Belgische trainer: Raymond Goethals, bijgenaamd "den Tuveneir", die na successen in België en enkele wereldwijde omzwervingen in Marseille belandde.
En "den Tuveneir" bracht zijn magie mee naar München. De ondoordringbare Milanese verdediging werd met een welgemikte hoekschop op het hoofd van Basile Boli gesloopt en zelf kon l'OM, met dank aan een formidabele Fabien Barthez, miraculeus de nul houden.
Goethals werd de eerste, en tot op vandaag enige, Belgische trainer die de Champions League wint.
Wie zal het hem ooit nadoen?
