Niet voor het eerst dreigt de befaamde schaatstempel in Thialf de deuren te moeten sluiten. De stijgende energiekosten maken het onhoudbaar. Zonder steun, is sluiting in 2023 onvermijdelijk, schrijft interim-directeur Minne Dolstra.
De ijspiste in Thialf is een begrip in de schaatswereld. Het is niet alleen een fabriek voor Nederlandse medailles op de Winterspelen, ook Bart Swings, olympisch kampioen op de massastart, vindt er zijn thuisbasis.
Maar het ijsstadion in Heerenveen verkeert al even in financiële problemen. Vorig jaar bracht een noodkreet van enkele topschaatsers, zoals Sven Kramer en Ireen Wüst nog soelaas. De regering kwam met 1 miljoen euro per jaar tot 2026 over de brug.
Dat blijkt evenwel niet voldoende om de put te vullen. Terwijl zwembaden in Nederland op extra steun kunnen rekenen, moet Thialf het zonder stellen. Nu het energiecontract van de schaatstempel fors duurder wordt en de kosten verdubbelen, dreigt de sluiting.
"Zonder steun is sluiting onvermijdelijk", schrijft interim-directeur Minne Dolstra in een open brief, gericht aan de regering. Het schaatsseizoen zou dan ook niet kunnen worden afgewerkt.
De provincie Friesland en de gemeente Heerenveen hebben in 2022 nog 2 miljoen euro in het stadion geïnvesteerd, maar kunnen voor 2023 geen extra geld beloven. De provincie en gemeente vestigen hun hoop nu op de Nederlandse regering.