Argentinië heeft Italië verslagen in de derde editie van de Finalissima. Het won de wedstrijd tussen de kampioen van Zuid-Amerika en die van Europa met 0-3. Lautaro Martinez, Angel Di Maria en invaller Paulo Dybala maakten in een potje éénrichtingsvoetbal de Argentijnse doelpunten op Wembley.
Na een break van bijna 20 jaar werd de Finalissima weer in het leven geroepen door UEFA en CONMEBOL, de voetbalbonden van Europa en Zuid-Amerika.
Op Wembley domineerde Argentinië van begin tot eind tegen de Europese kampioen, waar Giorgio Chiellini zijn allerlaatste wedstrijd voor de nationale ploeg speelde.
De aanvoerder zag samen met zijn ploegmaats alle kleuren van de regenboog en iets voor het halfuur lag de bal een eerste keer in doel. Het knappe voorbereidende werk was van Lionel Messi, Lautaro Martinez had maar binnen te tikken van dichtbij.
Vlak voor de rust besliste Angel Di Maria de wedstrijd eigenlijk al na een snelle tegenstoot. Gianluigi Donnarumma had geen verhaal tegen het stiftertje van zijn ploegmaat bij PSG.
Na de rust bleef Argentinië domineren met Messi, die er nog eens zin in had als vanouds, op kop. Ze speelden Italië van het kastje naar de muur en daar hadden de fiere Italianen het er moeilijk mee. Chiellini en co. kregen het bij momenten zwaar te verduren.
Invaller Dybala maakte het vlak voor affluiten helemaal af met een fraaie plaatsbal: 0-3. Het is voor Argentinië de tweede zege in de Finalissima, nadat het eerder in 1993 al Denemarken had verslagen voor eigen volk. De jongens van bondscoach Lionel Scaloni zijn al 32 wedstrijden ongeslagen.