Slachtoffer van het eigen succes. De finale van de Conference League zorgt voor een ongekende hype bij Feyenoord en AS Roma. Alleen: voor de climax moeten fans vechten om een plekje in een veel te klein stadion gelegen in Albanië.
De Conference League is een droomfabriek voor ploegen die de voorbije jaren geen kans meer maakten op een Europese trofee.
En aangezien ze zich bij de UEFA maar al te graag opwerpen als een Robin Hood voor de "armen" gaan ook finalelocaties tegenwoordig regelmatig naar een kleiner land.
Përshëndetje Tiranë, hallo Tirana - straks gaststad voor de eerste Conference League-finale in de geschiedenis.
Dat het land (terecht) fier is op die gebeurtenis mag duidelijk zijn. 25 mei is prompt uitgeroepen tot een nieuwe officiële feestdag in Albanië. Op die manier wordt het meteen ook een pak rustiger in Tirana, wat de organisatie niet slecht uitkomt.
Walhalla-voor-één-dag
Want ondanks de weinig tot de verbeelding sprekende bestemming - Tirana is geen Sevilla of Parijs - is de aantrekkingskracht van de finale bijzonder groot.
Er worden 30.000 fans van AS Roma verwacht, bij Feyenoord zullen ze naar verluidt met 20.000 zijn.
Het enige probleem is dat de UEFA amper 4.000 kaartjes (waarvan 1/4e voor sponsors en familie) per club beschikbaar heeft gesteld. Veel meer was onmogelijk door de beperkte capaciteit van het Air Albania Stadium.
Met 22.500 zitjes is het een van de kleinste arena’s die ooit een Europese finale mocht organiseren. Zuur voor de enorme legioenen van Feyenoord en AS Roma, die er veel voor moesten overhebben om toegang te krijgen tot het Walhalla-voor-één-dag.
Droomaandeel
Zeker bij de Rotterdammers klonk er kritiek. Op een blauwe dinsdag startte de UEFA om 12 uur onaangekondigd met de vrije verkoop van 8.500 “losse” kaarten. Nochtans was die pas twee uur later gepland.
Gevolg: 89 procent van de kaartjes ging naar Albanese kopers - wat ook de beoogde doelgroep was van de UEFA.
Alleen zijn velen van hen niet van plan om naar de finale te gaan, maar verkopen ze de “gouden tickets” voor woekerprijzen op het internet. Tot maar liefst 5.000 euro.
Een Nederlandse krant confronteerde een inwoner deze week met de peperdure kaartjeshandel. De man haalde de schouders op: “Dat noem ik een voorzichtige inkomensoverdracht van Italië en Nederland aan Albanië, op initiatief van de UEFA. Niks mis mee.”
Ook de prijzen van hotelkamers zijn plots als een droomaandeel de lucht ingeschoten: van 105 euro per nacht naar 1.800.
Het weerhield de Nederlandse fans er niet van om massaal naar Albanië te trekken. De voorbije dagen vertrokken meer dan tien chartervluchts vanop Rotterdam.
Sommige stelden een operatie uit, anderen plunderden de spaarrekening.
Alles om de apotheose mee te maken.